TCP/IP
IP-adresinstellingen
Items
Methode voor het
verkrijgen van IP-adres
IP-adres
Subnetmasker
Standaardgateway
Stel in met behulp van
Automatic Private IP
Addressing (APIPA)
Stel in met behulp van
PING
148
Uitleg
Selecteer een methode voor het toewijzen
van een IP-adres. Wanneer Auto is
geselecteerd, kan een IP-adres worden
toegewezen via DHCP. Als u de DHCP-server
wilt gebruiken, moet u deze installeren en
correct configureren. Raadpleeg de
online-Help van het besturingssysteem voor
meer informatie.
Wilt u het IP-adres handmatig toewijzen, dan
selecteert u Handmatig.
Hier geeft u een IP-adres voor de
netwerkinterface op. Gebruik een uniek
IP-adres zodat er geen netwerkconflicten
optreden.
Hier stelt u het subnetmasker in.
Hier voert u desgewenst het gatewayadres in.
Selecteer Beschikbaar als u automatisch een
uniek IP-adres tussen 169.254.1.1 en
169.254.254.254 wilt krijgen wanneer het
adres niet kan worden toegewezen door de
DHCP-server. Selecteer anders Niet
beschikbaar.
Hiermee kan een IP-adres worden in- of
uitgeschakeld via de opdracht ping.