· Draai aan de draaiknop [08] om naar de
gaan.
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [12] en
de rode op de V-aansluiting [11].
· Gebruik de andere uiteinden van de meetsondes op de twee
aansluitingen van het te testen object.
· Plaats bij diodes de rode en zwarte meetsondes respectievelijk
bij de positieve en negatieve pool van de diode. De voorwaart-
se voorspanning van de geteste diode wordt weergegeven
op de hoofdregel [P] . Als de polariteit van de sondes/diodes
omgekeerd is, geeft het instrument 'OL' weer.
Als de weerstand van het circuit kleiner is dan ongeveer
100MΩ, schakelt het instrument automatisch over naar de
continuïteitsmeetmodus.
Als de weerstand meer dan 15Ω is, schakelt het instrument over
naar de continuïteitsmeetmodus en gaat het indicatielampje
meetmodus te
(groen) branden. De zoemer maakt een continu geluid.
Tussen 15Ω~30Ω zal het indicatielampje (groen) knipperen en
zal de zoemer continu piepen.
CAPACITEIT METEN
OPMERKING
Schakel alle stroom in het geteste circuit uit en ontlaad alle
condensatoren volledig voor u de capaciteit meet. Zo voor-
komt u schade aan het instrument of het geteste apparaat. De
gelijkspanningsmodus kan gebruikt worden om te controle-
ren of alles ontladen is.
· Draai aan de draaiknop [08] om naar de
modus te gaan.
Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [12] en
de rode op de V-aansluiting [11].
capaciteitsmeet-
7