· Draai aan de draaiknop [08] om het juiste bereik aan te geven
in de AC ( A~) of DC (A ) meetmodus.
METINGEN ONDER 600mA
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [12] en
de rode sonde op de μA/mA-aansluiting [10].
METINGEN TUSSEN 600mA EN 10A
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de COM-aansluiting [12] en
de rode sonde op de 10A-aansluiting [09].
· Koppel het te testen circuit los.
· Sluit de zwarte meetsonde aan op de aansluiting van het
losgekoppelde circuit met de lagere spanning.
· Sluit de rode meetsonde aan op de aansluiting met de hogere
spanning.
· Sluit de stroom aan op het circuit en de meting wordt weerge-
geven op het scherm [03].
In de AC-stroomstand geeft het scherm zowel stroom als
frequentie weer. Als het scherm 'OL' toont, betekent dit dat de
invoer het geselecteerde bereik heeft overschreden. Draai in
dat geval de draaiknop [08] naar een hoger bereik en meet
opnieuw.
NCV-TEST
· Draai aan de draaiknop [08] om naar de NCV-meetmodus te
gaan.
· Houd de NCV-sensor [01] bij het testgebied.
Als het apparaat wisselspanning detecteert, licht de signaalsterk-
te-indicatie [02] op volgens de gedetecteerde signaalsterkte.
· Als laagspanning wordt gedetecteerd, licht de indicatie [02]
groen op en geeft het scherm [03] '-- L' weer.
9