7.4 Terugstroombeveiliging type HD testen
Sluit de waterkraan (1).
Monteer de terugstroombeveiliging (3) zoals wordt aangegeven op
de tekening.
Houd de slang (4) boven het terugstroombeveiligingspunt (3).
Draai de waterkraan (1) licht open en draai weer dicht zodra het
water in de slang (4) loopt.
Richt de slang (4) naar beneden, boven een emmer.
Controleer de volgende zaken:
Stroomt het water uit de slang (4)?
Zuigt de terugstroombeveiliging (3) hoorbaar lucht aan terwijl
het water uit de slang (4) stroomt?
Vervang de terugstroombeveiliging (3) als deze test niet naar
behoren verloopt.
Hermonteer de terugstroombeveiliging (3) zoals wordt aangege-
ven op het aansluitschema (pagina 28) en controleer overeen-
komstig hoofdstuk 7.3.
8
Technische gegevens
Watertoevoertemperatuur
Minimale stromingsdruk
Maximale ingangsdruk
Drukverlies
Max. totale hardheid van onbehan-
deld water
Doorstroomcapaciteit
(bij 2,5 bar ingangsdruk)
Zoutverbruik per regeneratie (bij de
standaardinstelling van het pekel-
ventiel)
Waterverbruik per regeneratie
Gewicht (leeg)
(1) Waterkraan
(2) Vuilvanger
(3) Terugstroombeveiliging
(4) Slang
max. 60 °C
250 kPa (2,5 bar)
600 kPa (6 bar)
100 kPa (1 bar)
45 °dH
(56 °e / 82 °TH / 8,1 mmol/l)
max. 30 l/min
ca. 0,3 kg
19 l
21 kg
27