Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS G70x
13.2.2
Offline-overdracht
De meetgegevens van de datalogger worden overgedragen.
Tab. 13.2: Overzicht offline-overdracht
seriële interface
RS232
RS232
RS485 (zender)
Keuze van de seriële interface voor de offline-overdracht
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Ser. transmissie. Druk op ENTER totdat het menupunt Send Offline
via in beeld verschijnt.
Send Offline via
RS232
>RS485<
13.2.3
Formattering van de meetgegevens
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Ser. transmissie.
SER:ruimtes weg
uit
>AAN<
SER:decimaal
'.'
>','<
SER:col-afzond.
';'
>'TAB'<
13.2.4
Overdrachtsparameters
• de transmitter zendt ASCII-CRLF
• max. regellengte: 255 tekens
RS232
• voorinstelling: 9600 bit/s, 8 databits, even pariteit, 2 stopbit, protocol RTS/CTS (Hardware Handshake)
De overdrachtsparameters van de RS232 interface kunnen gewijzigd worden:
Druk op toets C. Toets HotCode 232-0- in.
BAUD<data par st
9600 8bit EVEN 2
RS485
• voorinstelling: 9600 bit/s, 8 databits, even pariteit, 1 stopbit
De overdrachtsparameters voor de RS485-interface kunnen in de programmavertakking Spec. functie\SYSTEEM
inst.\Netwerk gewijzigd worden. Deze weergaven verschijnen alleen als de transmitter een RS485-interface heeft.
SYSTEEM inst.
↕
Netwerk
Device address:
0
ADR
124
overdracht
terminalprogramma
FluxData
terminalprogramma
Kies de seriële interface voor de offline-overdracht.
Deze weergave verschijnt alleen als de transmitter een RS485-interface heeft.
Kies aan als spaties niet overgedragen moeten worden. Druk op ENTER.
De bestandsgrootte wordt aanzienlijk verminderd (kortere overdrachtsduur).
Kies het decimale scheidingsteken dat gebruikt moet worden voor drijvende-kommagetal-
len (punt of komma). Druk op ENTER.
Deze instelling hangt af van de instelling in het besturingssysteem van de PC.
Kies het teken dat voor de kolomscheiding gebruikt moet worden (puntkomma of tabula-
tor). Druk op ENTER.
Stel de overdrachtsparameters in de 4 keuzelijsten in. Druk op ENTER.
• baud: baudrate
• data: aantal databits
• par: pariteit
• st: aantal stopbits
Kies Spec.
functie\SYSTEEM
drachtsparameters te veranderen.
Druk op ENTER om het adres van het apparaat in het netwerk te bevestigen.
13 Datalogger en gegevensoverdracht
zie
paragraaf 13.2.6
paragraaf 13.2.7
paragraaf 13.2.6
inst.\Netwerk om de instellingen voor de over-
UMFLUXUS_G7V4-6-3NL, 2023-01-01
Advertenties
Inhoudsopgave
