DIMM-installatie controleren
Nadat u de DIMM hebt geïnstalleerd, controleert u of de installatie is geslaagd.
Controleren of de DIMM correct is geïnstalleerd
1.
Zet de printer aan. Controleer of het Klaar-lampje brandt nadat de printer het opstartproces heeft
doorlopen. Als een foutbericht verschijnt, is de DIMM wellicht niet correct geïnstalleerd. Zie
Informatiepagina's gebruiken op pagina
2.
Druk een Configuratiepagina af (zie
3.
Controleer het gedeelte voor het geheugen op de Configuratiepagina en vergelijk dit gedeelte met
de Configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt geïnstalleerd. Als de
hoeveelheid geheugen niet is toegenomen, is de DIMM mogelijk niet op de juiste wijze
geïnstalleerd of is deze defect. Herhaal de installatieprocedure. Installeer indien nodig een andere
DIMM.
OPMERKING:
geïnstalleerde printertalen en opties op de Configuratiepagina. Hier moet de nieuwe printertaal vermeld
staan.
264 Bijlage D Werken met geheugenkaarten en printservers
Als u een printerbesturingstaal hebt geïnstalleerd, controleert u de sectie voor de
150.
Informatiepagina's gebruiken op pagina
150).
NLWW