5
Druk de ontspanknop half in
• Het opnamescherm wordt weergegeven.
• Dezelfde bewerking kan worden uitgevoerd door op [MENU/SET] te drukken.
• Als u het beeld hebt vergroot door de scherpstelring te draaien of de
scherpstelhendel te verplaatsen, wordt het hulpscherm ongeveer 10 seconden na
de bediening gesloten.
●
MF Assist en MF Guide worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de lens die wordt
gebruikt. U kunt MF Assist echter weergeven door de camera rechtstreeks te bedienen via het
aanraakscherm of een knop.
●
Wanneer [Focusoversch. vr Ver./ Hor.] in het menu [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.]) is
ingesteld, kunt u een positie van het vergrote gebied van MF Assist instellen voor elke richting van
de camera.
●
Het referentieteken scherpstelafstand ( ) is een teken om de
scherpstelafstand te meten.
Gebruik dit teken wanneer u fotografeert met handmatige
scherpstelling of wanneer u close-ups maakt.
De scherpstelling snel aanpassen met automatisch scherpstellen
Wanneer u handmatig scherpstelt, kunt u de scherpstelling op het onderwerp instellen via de
automatische scherpstelling.
1
Raak [
] aan
• De automatische scherpstelling wordt in het midden van het
kader geactiveerd.
• U kunt automatische scherpstelling ook op de volgende manieren
activeren.
– Drukken op de [AF/AE LOCK]-knop waaraan [AF AAN] is
toegewezen
– Drukken op de functieknop waaraan [AF AAN] is toegewezen
(→60)
– Sleep uw vinger over het scherm en laat los op de positie
waarop u wilt scherpstellen
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer
[4K Live Bijsnijden] is ingesteld.
110
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
(→111)
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling