Foto's maken nadat de diafragmawaarde en sluitertijd
automatisch zijn ingesteld
Opnamemodus:
Maak foto's waarbij de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch zijn afgestemd op de
helderheid van het onderwerp.
1
Stel de modusknop in op [ ]
2
Druk de ontspanknop half in
• Als de diafragmawaarde en de sluitertijd rood zijn en knipperen, hebt u niet de
juiste belichting.
3
Draai terwijl de numerieke waarden
worden weergegeven (ongeveer 10
seconden) het functiewieltje achterop of
voorop om de waarden te wijzigen via
Programme Shift
Indicator Programme Shift
Diafragmawaarde
Sluitertijd
• Er wordt elke keer geschakeld tussen Programme Shift en
belichtingscompensatie
terwijl de waarden worden weergegeven (alleen wanneer [Belichtingsdraaiknop]
(→49)
is ingesteld op [OFF]).
• U annuleert Programme Shift door de camera uit te schakelen of het functiewieltje
achterop of voorop te draaien totdat de indicatie Programme Shift uitgaat.
• Programme Shift kan eenvoudig worden geannuleerd door een functieknop in te
stellen op [1x drukken-AE].
Programme Shift
De functie voor het behouden van dezelfde belichting (helderheid) terwijl u de combinatie
van diafragmawaarde en sluitertijd verandert, heet "Programme Shift". Met "Programme
Shift" kunt u beelden opnemen door de diafragmawaarde en sluitertijd aan te passen,
zelfs in de Programma AE-modus.
●
Programme Shift kan niet worden gebruikt in de volgende situaties:
• Wanneer u opnamen maakt met de flitser
• Bij het maken van 4K-foto's
• Bij het opnemen met [Post Focus]
• Als de ISO-gevoeligheid is ingesteld op [
69
(Programma AE-modus)
(→112)
wanneer u op het functiewieltje achterop drukt
(→60, 75)
]
Opnamemodus
50
p
250
125
60
30
15
4.0
5.6
8.0