Besturingspaneel
Voorbereiding op gebruik van de locatie van het apparaat
Alleen iemand met de juiste kwalificaties en vaardigheden mag de elektrische aansluitingen uitvoeren en
•
de pomp installeren.
Sluit de stroomkabel van het apparaat aan volgens het elektrische schema in deze instructies.
•
Het bedieningspaneel moet op een plaats worden geplaatst die beschermd is tegen het binnendringen van
•
water. Bedien het apparaat niet met natte handen.
Indien nodig, moeten verlengingen van de stroomkabel hermetisch worden afgesloten en worden
•
uitgevoerd door een persoon met de juiste kwalificaties.
Draag het apparaat niet aan de stroomkabel.
•
De pomp moet geaard zijn. Gebruik een aardlekschakelaar tot 30 mA in het elektrische systeem.
•
Koppel de pomp onmiddellijk los van de stroombron als er een storing optreedt in de pomp of als de isolatie
•
van de stroomkabel beschadigd is.
Schakel de pomp niet in als u in het water staat of als u met blote voeten op een nat, elektrisch geleidend
•
oppervlak staat.
Installeer de pomp verticaal in een put.
•
Voordat u de pomp in een boorput laat zakken, moet u ervoor zorgen dat de slib is verwijderd.
•
Gebruik de pomp niet om vuil water (bijv. verontreinigd met olie, deeltjes, schurende deeltjes, enz.) te
•
pompen.
Gebruik de pomp niet voor zout water, bijtende stoffen, brandbare vloeistoffen, etc.
•
Niet gebruiken met water dat warmer is dan 35 °C.
•
Als de pomp in een te brede boorput wordt geïnstalleerd, ontstaat er onvoldoende koeling en raakt het
•
apparaat oververhit. In dat geval moet er een koelmantel worden aangebracht.
Start de pomp niet voordat deze in water is ondergedompeld. Bij een "droge" werking ontstaat er
•
permanente schade aan de pomp. De pomp moet volledig ondergedompeld zijn en het wateroppervlak
moet zich minimaal 2 m boven de waterafvoergaten bevinden.
Bevestig de stroomkabel minimaal om de 2 m aan de aanvoerleiding (bijvoorbeeld met kabelbinders). Zo
•
voorkomt u dat de kabel door zijn eigen gewicht breekt.
Gebruik een terugslagklep om de pomp te beschermen tegen terugstromend water.
•
Voordat u de pomp in een nieuwe boorput laat zakken, moet u ervoor zorgen dat slib, slib en zand grondig
•
zijn verwijderd.
NL
1- Huisvesting
2- Aan/uit schakelaar
3- Overstroombeveiliging
4- Wartel van de pompvoedingskabel
5- Wartel voor stroomkabel