Waterhardheid instellen
Ontkalk uw apparaat regelmatig. Alleen zo kunt u schade
voorkomen.
Uw apparaat geeft automatisch aan wanneer het ontkalkt moet
worden. Het is ingesteld op waterhardheid "gemiddeld".
Verander de waarde wanneer het water zachter of harder is.
U kunt de hardheid van het water met de bijgevoegde
teststrook controleren of deze navragen bij uw
waterleidingbedrijf.
Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan om onthard
water te gebruiken.
Alleen wanneer u uitsluitend onthard water gebruikt, is
ontkalken niet nodig. Verander in dit geval de waterhardheid in
"onthard".
U kunt de waterhardheid in de basisinstellingen veranderen
wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Eventueel de toets
indrukken om het apparaat uit te
%
1.
schakelen.
De toets
ingedrukt houden tot op het display "Taal kiezen"
°
2.
verschijnt.
De toets
X
indrukken tot "Waterhardheid" verschijnt.
3.
Op het display is "2gemiddeld" gemarkeerd.
Met de draaiknop de waterhardheid veranderen. Mogelijke
4.
waarden:
onthard
1-zacht
2-gemiddeld
3-hard
4zeer hard
De toets
indrukken om de basisinstellingen te verlaten.
°
5.
De verandering wordt opgeslagen.
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
hoe u de watertank vult
■
hoe u het apparaat in- en uitschakelt
■
waar u na gebruik altijd op moet letten
■
hoe u gebruik kunt maken van het insteladvies
■
Watertank vullen
Wanneer u de apparaatdeur opent ziet u rechts de watertank.
Attentie!
Apparaatschade door gebruik van ongeschikte vloeistoffen
Gebruik uitsluitend vers leidingwater, onthard water of
■
mineraal water zonder koolzuur.
Bevat het water veel kalk, dan bevelen wij het gebruik van
■
onthard water aan.
Gebruik geen gedestilleerd water, geen sterk
■
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Informatie over uw leidingwater kunt u krijgen bij uw
waterleidingbedrijf. U kunt de waterhardheid controleren met de
meegeleverde teststroken.
Voor gebruik de watertank altijd vullen:
Apparaatdeur openen en watertank uitnemen (Afbeelding A).
1.
Watertank tot de markering "max" vullen met koud water
2.
(Afbeelding B).
-
I
II
III
IV
Eerste gebruik
Warm het apparaat voor het eerste gebruik gedurende
20 minuten bij 100 °C met de verwarmingsmethode "Stomen"
leeg op. Open de apparaatdeur niet in deze tijd. Het apparaat
wordt automatisch gekalibreerd (zie het hoofdstuk:
Automatische kalibratie).
De toets
indrukken om het apparaat in te schakelen.
%
1.
Na ca. 4 seconden verschijnt de verwarmingsmethode
"Stomen".
Watertank vullen en inschuiven (zie het hoofdstuk: Watertank
2.
vullen).
Bevochtig voor het eerste gebruik de dichting in het deksel
van de tank met wat water.
De toets
n
indrukken.
3.
Het apparaat warmt op bij 100 °C. De tijdsduur van
20 minuten gaat pas in wanneer de ingestelde temperatuur
bereikt is. Open de apparaatdeur niet in deze tijd.
De werking wordt automatisch beëindigd en er klinkt een
signaal.
De toets
indrukken om het apparaat uit te schakelen.
%
4.
Laat de apparaatdeur op een kier staan tot het apparaat
afgekoeld is.
Toebehoren voorreinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
zeepsop en een afwasdoek.
$
Tankdeksel sluiten tot het merkbaar inklikt.
3.
Watertank volledig tot de aanslag inschuiven (Afbeelding C).
4.
&
De tank moet in één lijn liggen met de tankschacht
(Afbeelding D).
%
P D [
'
7