2
Wat u over uw verwarmingsinstallatie dient te weten
De regeling in functie van de buitentemperatuur
Bij de regeling in functie van de buitentemperatuur
is enkel de door een buitenvoeler gemeten
buitentemperatuur bepalend voor de
vertrektemperatuur. Schommelingen van de
kamertemperatuur door zonne-instraling, personen,
een open haard of andere vreemde warmtebronnen
worden niet in aanmerking genomen.
Wanneer u voor deze regeling kiest, moet u de
thermostaatventielen van de radiatoren zo instellen,
dat de gewenste kamertemperatuur in de verschillende
kamers bereikt wordt.
De regeling in functie van de kamertemperatuur
Een andere mogelijkheid is de regeling in functie van de
kamertemperatuur. De regeling berekent de
aanvoertemperatuur op basis van de ingestelde en
gemeten kamertemperatuur.
Om de kamertemperatuurregeling te gebruiken, moet er
een kamer gekozen worden die representatief is voor de
ganse woning. Alle factoren die een invloed hebben op
de temperatuur in deze "referentiekamer" – waar
overigens ook de bedieningseenheid is aangebracht –
worden eveneens op alle andere kamers overgedragen.
Niet elke woning heeft een kamer die aan die eisen
voldoet. In dat geval zijn de mogelijkheden van de
regeling in functie van de kamertemperatuur al beperkt.
Wanneer u bv. de vensters opent in de kamer waar de
kamertemperatuur gemeten wordt, "denkt" de regeling,
dat u de vensters in alle kamers van de woning heeft
geopend en begint intensiever te verwarmen.
Of omgekeerd: u meet de temperatuur in een kamer die
naar het zuiden is gericht en waar er zich bovendien
verschillende andere warmtebronnen bevinden (zon of
andere warmtebronnen, zoals bv. een open haard). Dan
"denkt" de regeling, dat het in alle kamers zo warm is als
in de referentiekamer en dan wordt het vermogen sterk
gereduceerd, zodat het in de kamers die naar het
noorden gericht zijn te koud wordt.
Wanneer u voor deze regeling kiest, moeten de
thermostaatventielen van de radiatoren in de
referentiekamer steeds volledig opengedraaid zijn.
8
Logamatic 4321/4322 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
De regeling in functie van de buitentemperatuur
met kamerbijsturing
De regeling op basis van buitentemperatuur met
bijsturing van de kamertemperatuur combineert de
voordelen van de beide eerder genoemde regelingen.
De gewenste vertrektemperatuur, die hoofdzakelijk door
de buitentemperatuur bepaald wordt, kan enkel door de
kamertemperatuur en in beperkte mate veranderd
worden. Op die manier kan de kamertemperatuur in de
kamer met de bedieningseenheid beter gerespecteerd
worden, zonder daarbij de andere kamers uit het oog te
verliezen.
Wanneer u voor deze regeling kiest, moeten de
thermostaatventielen van de radiatoren in de
referentiekamer eveneens steeds volledig
opengedraaid zijn.
Waarom moeten de thermostaatventielen volledig
opengedraaid zijn?
Wanneer u bv. de kamertemperatuur van
de referentiekamer zou willen verlagen door
de thermostaatventielen verder dicht te draaien, wordt
de doorstroming in de radiatoren verlaagd en wordt
er bijgevolg minder warmte afgegeven in de kamer.
Zodoende daalt de kamertemperatuur.
De verwarmingsregeling probeert de daling van
de kamertemperatuur te compenseren door een
verhoging van de vertrektemperatuur. De verhoging
van de vertrektemperatuur leidt echter niet tot een
hogere kamertemperatuur, aangezien het
thermostaatventiel de kamertemperatuur beperkt.
Een te hoge vertrektemperatuur leidt tot onnodige
warmteverliezen in de verwarmingsketel en in de
leidingen. Bovendien stijgt de temperatuur in alle
kamers zonder thermostaatventiel door de verhoging
van de keteltemperatuur.