AP-modus
1. Zorg dat het verwarmingsindicatielampje niet zichtbaar is. Het apparaat moet op AAN staan,
maar niet aan het opwarmen zijn.
2. Houd de Mode-knop ingedrukt. Het wifi-symbool zal langzaam beginnen te knipperen en de
wifi-verbinding staat in de AP-modus.
Wifi-verbinding resetten
1. Zorg dat het verwarmingsindicatielampje niet zichtbaar is. Het apparaat moet op AAN staan,
maar niet aan het opwarmen zijn.
2. Houd de Mode-knop ingedrukt. Bestaande verbindingen worden verwijderd, het wifi-
symbool begint te knipperen en een nieuwe verbinding wordt gemaakt.
Wifi-verbinding in- en uitschakelen
1. Zorg dat het verwarmingsindicatielampje niet zichtbaar is. Het apparaat moet op AAN staan,
maar niet aan het opwarmen zijn.
2. Houd de AAN/UIT-knop drie seconden ingedrukt om te schakelen tussen:
◦ Wifi aan - het indicatielampje van de wifi knippert;
◦ Wifi uit - geen indicatielampje van de wifi zichtbaar.
Wi-Fi thermostaat (optioneel)
Dit apparaat kan worden verbonden met de optionele Wi-Fi thermostaat. De temperatuur
wordt gemeten op de Wi-Fi thermostaat in plaats van op het apparaat. Dit biedt nog meer
gebruiksgemak. Het apparaat blijft opwarmen totdat de ingestelde temperatuur van de Wi-
Fi thermostaat is bereikt.
Er kunnen meerdere apparaten met een Wi-Fi thermostaat worden verbonden. Alle verbonden
apparaten schakelen tegelijkertijd in en uit.
Instructies voor het gebruik van de Wi-Fi thermostaat:
1. Steek de Wi-Fi thermostaat in een stopcontact.
2. Download de Eurom Smart-app op een (mobiel) apparaat.
3. Open de Eurom Smart-app.
4. Voeg de Wi-Fi thermostaat en andere apparaten toe aan de Eurom Smart-app.
5. Ga naar de apparaten en druk op de knop Pairing om de apparaten aan de Wi-
Fi thermostaat te koppelen.
Het apparaat is verbonden met de Wi-Fi thermostaat. Het G-teken licht op in de Eurom Smart-
app en op het apparaat. De permanente elektrische verwarming is nu ingesteld.
Na gebruik
LET OP
Gebruik de stroomkabel niet om het apparaat los te koppelen of te dragen.
Wind de stroomkabel niet te strak op en niet in scherpe hoeken. Wikkel de
stroomkabel niet om het apparaat heen.
1. Controleer of de AAN/UIT-schakelaar in de UIT-stand staat
2. Trek de stekker uit het stopcontact
(Figure
12).
(Figure
12, pos. 2).
19