Scherm automatisch draaien
●
automatisch moet worden gedraaid als het toestel wordt
gedraaid.
Animatie
: instellen dat het toestel een animatie laat zien
●
wanneer u schakelt tussen vensters.
Time-out scherm
●
achtergrondverlichting van het display moet worden
uitgeschakeld.
Horizontale kalibratie
●
wanneer het kompas of de realiteitstoepassing onjuiste
informatie geeft.
Houd het aanraakscherm of toetsenbord tijdens de
●
kalibratie naar boven gericht.
De kalibratie kan enige tijd duren, afhankelijk van uw
●
locatie en andere omstandigheden.
Kalibratie is niet mogelijk in gebieden met sterke
●
magnetische velden. Als de kalibratie mislukt, gaat u
ergens anders heen en probeert u het opnieuw.
Als u na kalibratie in een gebied met sterke magnetische
●
velden komt, zal het toestel automatisch proberen de
geomagnetische sensor opnieuw te kalibreren.
De geomagnetische sensor in uw toestel ondersteunt
●
geen vogelperspectief waarin de richtingen vast staan.
Daardoor kan er een kleine afwijking in de meethoeken
ontstaan, waardoor een kaart ondersteboven wordt
gedraaid.
Locatie en beveiliging
Hier kunt u de instellingen voor de beveiliging van uw toestel en
de SIM- of USIM-kaart, en de GPS-functie, instellen.
Draadloze netwerken gebruiken
●
WLAN-netwerken worden gebruikt om uw locatie te bepalen.
GPS-satellieten gebruiken
●
gebruikt om uw locatie te bepalen.
: instellen of de interface
: instellen na hoeveel tijd de
: de geomagnetische sensor kalibreren
: instellen dat de GPS-satelliet wordt
Instellingen
99
: instellen dat mobiele en/of