e
Druk op .
f
Druk herhaaldelijk op
g
Druk op .
h
Druk herhaaldelijk op
i
Druk op .
Inktcartridges vervangen
Gebruikte inktcartridge verwijderen
1
Controleer of de printer is ingeschakeld.
2
Til de scannereenheid op.
De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de printer actief is.
3
Druk de hendel van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen.
4
Verwijder de gebruikte inktcartridge uit de printer.
Opmerking: als u beide inktcartridges verwijdert, herhaalt u stap 3 en 4 voor de tweede inktcartridge.
of
tot Stndrd inst. verschijnt.
of
tot Huidige instellingen verschijnt.
17