Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Afdrukmateriaal kiezen
U voorkomt problemen bij het afdrukken door geschikt afdrukmateriaal voor de printer te kiezen. In de volgende paragrafen
vindt u richtlijnen voor het kiezen van het juiste afdrukmateriaal voor de printer.
•
Papier
•
Transparanten
•
Enveloppen
•
Etiketten
•
Karton
Papier
Voor een optimale afdrukkwaliteit en betrouwbare invoer, moet u kopieerpapier van 90 g/m
gebruiken. Papier voor algemeen zakelijk gebruik kan ook een acceptabele afdrukkwaliteit opleveren.
Wij adviseren Lexmark glossy Letter-papier met artikelnummer 12A5950 en Lexmark glossy A4-papier met artikelnummer
12A5951.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaald soort afdrukmateriaal aanschaft.
Houd bij het kiezen van afdrukmateriaal rekening met gewicht, vezelgehalte en kleur.
Een laserprinter verwarmt het papier tot een temperatuur van 230 °C voor niet-MICR-toepassingen. Gebruik alleen papier
dat dergelijke temperaturen kan verdragen zonder te verkleuren, uit te lopen of gevaarlijke stoffen af te scheiden. Informeer
bij de fabrikant of leverancier of het papier dat u hebt gekozen geschikt is voor laserprinters.
Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde en laad het papier dienovereenkomstig. Zie de gedetailleerde
instructies voor het vullen van de invoerladen:
•
Standaardladen of optionele laden voor 500 vel vullen op pagina 51
•
De universeellader vullen op pagina 54
•
De lader voor 2000 vel met dubbele invoer vullen op pagina 57
•
De hoge-capaciteitslader voor 2000 vel vullen op pagina 58
Papierkenmerken
De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Wij
bevelen u aan deze richtlijnen te volgen wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark op
www.lexmark.com/publications.
Gewicht
De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 176 g/m
geïntegreerde en de optionele laden, en papier met een gewicht van 60 tot 135 g/m
universeellader. Papier dat lichter is dan 60 g/m
papierstoringen kunnen optreden. Gebruik voor de beste prestaties papier van 90 g/m
lengterichting lopen. Als u papier wilt gebruiken dat smaller is dan 182 x 257 mm, moet het gewicht ten minste 90 g/m
Krullen
Krullen is de neiging van afdrukmateriaal om aan de randen om te buigen. Als afdrukmateriaal te veel krult, kan dat
problemen opleveren bij het invoeren. Papier kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld
aan hoge temperaturen. Als u papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden
bewaart, kan het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
2
(vezel in lengterichting) invoeren vanuit de
2
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor
Afdrukmateriaal kiezen
44
2
met de vezel in lengterichting
2
(vezel in lengterichting) vanuit de
2
waarvan de vezels in de
2
zijn.