Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van
de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes om‐
laag staan.
Bakplaat:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van de
inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de in‐
schuifrails en het bakrooster op de geleiders erbo‐
ven.
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Gebruik: Kinderslot
Als de functie aanstaat, kan de oven niet per
ongeluk worden geactiveerd.
Stap 1
Zorg ervoor dat de knop voor de ver‐
warmingsfuncties in de uit-stand staat.
Stap 2
,
- druk en houd tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt.
Het signaal klinkt. SAFE - verschijnt op het display.
Herhaal stap 2 om het Kinderslot uit te schakelen.
9.2 Hoe te gebruiken:
functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als de
oven in werking is. Wanneer de functie is
ingeschakeld, kunnen de temperatuur- en
tijdinstellingen niet per ongeluk worden
gewijzigd.
Stap 1
Stel een ovenfunctie in.
Stap 2
,
- houd tegelijkertijd 2 secon‐
den ingedrukt.
Het signaal klinkt. Loc verschijnt 5 se‐
conden op het display.
NEDERLANDS
15