98
– toekenning gebeurtenissen (indien PAC 1
– geavanceerde opties als het SIA rapportage formaat geselecteerd is.
4. Indien een ander rapportage formaat geselecteerd is als C
(
):
VOLLEDIG
– wijs klantnummers toe aan de blokken, zones, bediendelen en uitbreidingsmodules,
– programmeer de codes voor de gebeurtenissen die verzonden moeten worden.
5. Bepaal de parameters voor de test transmissies.
6. Definieer de prioriteit van rapportage via het mobiele datanetwerk in de instellingen van de
INT-GSM / INT-GSM LTE -module (INT-GSM / INT-GSM LTE -module aangesloten op de
inbraakcentrale) of de ETHM-1 Plus module (INT-GSM / INT-GSM LTE -module
aangesloten op de ETHM-1 Plus module).
Rapportage via de GSM module
Als extern modem dient een van de volgende modules te worden aangesloten op het
alarmsysteem (de RS-232 poorten van het alarmsysteem en module dienen met
elkaar verbonden zijn):
GSM-X / GSM-X LTE,
GSM LT-2 met firmware 2.11 (of nieuwer);
GSM-4 met firmware 4.11 (of nieuwer);
GSM-5.
Als de GSM-module alleen is aangesloten op de telefoonaansluitingen van de
inbraakcentrale (TIP en RING), worden de instellingen van de rapportage via het
mobiele gegevensnetwerk genegeerd.
De E
XTERN MODEM
"Telefoon opties" p. 73).
1. Schakel de R
APPORTAGE
2. Bepaal of de gebeurteniscodes verzonden moeten worden naar beide meldkamers, of
maar naar één (PAC 1
3. Programmeer het volgende voor de meldkamer waarnaar de gebeurteniscodes verzonden
worden:
– het rapportage formaat waarin de codes verzonden zullen worden,
– server adres,
– poortnummer,
– IP formaat waarin de codes verzonden zullen worden (SATEL of SIA-IP),
– encryptie sleutel (S
rapportage doeleinden via mobiele data netwerk (GPRS
formaat geselecteerd is,
– additionele parameters als het SIA-IP formaat geselecteerd is,
– de klantnummers welke met de gebeurtenis mee verzonden worden,
– toekenning gebeurtenissen (indien PAC 1
– geavanceerde opties als het SIA rapportage formaat geselecteerd is.
4. Indien een ander rapportage formaat geselecteerd is als C
(
):
VOLLEDIG
– wijs klantnummers toe aan de blokken, zones, bediendelen en uitbreidingsmodules,
– programmeer de codes voor de gebeurtenissen die verzonden moeten worden.
5. Bepaal de parameters voor de test transmissies.
Programmeer handleiding
en M
GSM/ETHM opties moeten worden ingeschakeld (zie:
ODEM
- GPRS optie in.
2 / PAC1 / PAC 2 / PAC 1
OF
) en klantnummer van het alarmsysteem voor
ERVER SLEUTEL
2 geselecteerd is),
EN
ONTACT
2).
EN
2 geselecteerd is),
EN
ONTACT
ID (
) of SIA
VOLLEDIG
l) als het SATEL
SLEUTE
ID (
) of SIA
VOLLEDIG
SATEL