Configureer als volgt een lade op basis van de instellingen van de
afdruktaak
1.
Geef in de software de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
2.
Stuur de taak naar de MFP.
Als de lade moet worden geconfigureerd, wordt het bericht VUL LADE X: weergegeven.
3.
Indien het geselecteerde formaat niet juist is, raakt u
Gebruik vervolgens het numerieke toetsenbord om de X- en Y-afmetingen in te stellen.
4.
Indien de geselecteerde papiersoort niet correct is, raakt u
selecteert u de juiste papiersoort.
5.
Raak
OK
6.
Raak
Afsluiten
Laden configureren via het menu Papierverwerking
U kunt het soort en formaat voor de laden ook configureren zonder een prompt. Gebruik het menu
PAPIERVERWERKING om de laden als volgt te configureren.
Het papierformaat configureren
1.
Druk op het bedieningspaneel op Menu.
2.
Raak
PAPIERVERWERKING
3.
Raak
LADE <N> FORMAAT
4.
Raak
FORMAAT
5.
Raak
?
om de X-afmeting in te stellen. Druk op
6.
Raak
OK
7.
Raak
Afsluiten
De papiersoort configureren
1.
Druk op Menu.
2.
Raak
PAPIERVERWERKING
3.
Raak
LADE <N> TYPE
4.
Raak de papiersoort aan.
5.
Raak
Afsluiten
NLWW
aan.
aan.
aan. (N duidt het nummer aan van de lade die u configureert.)
aan. Als u
AANGEP.
of
X MILLIMETER
aan. Gebruik vervolgens het numerieke toetsenbord of de schuifbalken
aan.
aan.
aan. (N duidt het nummer aan van de lade die u configureert.)
aan.
aan.
selecteert, gaat u verder naar stap 5.
OK
en stel vervolgens de Y-afmeting in.
aan.
X.X x X.X INCH
of
X MILLIMETER
PAPIERVERWERKING
Invoerladen configureren
aan.
aan en
91