INHOUDSOPGAVE Veiligheid ........................5 1.1. Waarschuwingen en aanduidingen van gevaren .................. 5 Gevarenaanduidingen ....................6 Algemeen ........................9 3.1. Aanbestedingstekst ..........................9 Montage ........................10 4.1. Plaatsen van het apparaat ......................... 10 4.2. Ontgassingsmodule MultiControl MAE, navulmodule MultiControl MCF ..........11 4.3.
Pagina 4
Bijlage ........................... 41 11.1. Bijlage A Dimensionering van de expansieleiding ................41 11.2. Bijlage B Details over de verbinding van ETCM met EG(Z)-M ............. 42 EG-verklaringen van overeenstemming ..............44 Ontheffing van aansprakelijkheid Deze gebruiksaanwijzing werd met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Wij streven er echter voortdurend naar om onze producten te verbeteren, en behouden ons het recht voor om op enig moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen.
1. VEILIGHEID 1.1. Waarschuwingen en aanduidingen van gevaren Deze veiligheidsinformatie waarschuwt de gebruiker voor risico's en geeft aan hoe deze risico's kunnen worden vermeden. In deze documentatie worden waarschuwingen voor de volgende gevarenniveaus gebruikt, om de aandacht te vestigen op onmiddellijke gevaren en belangrijke veiligheidsvoorschriften: SYMBOLEN Dit symbool waarschuwt voor een naderende, uiterst gevaarlijke situatie GEVAAR...
Figuur 2: Gevarenaanduiding 2 Omdat de verschillende apparaten een specifiek medium kunnen bevatten, kan de forma Eder Spirotech niet voorspellen welk medium in het betreffende systeem aanwezig zal zijn. Dit geldt ook voor voor de gezondheid schadelijke mengsels van media die in het systeem kunnen worden gebruikt.
Pagina 7
Op de onderste flens van de tank bevindt zich een vul- en aftapkraan. Deze wordt ook gebruikt voor onderhoudsdoeleinden, waarbij voor de gezondheid schadelijke media en heet systeemmedium kunnen vrijkomen wanneer de kraan wordt geopend. In dit geval bestaat er een risico op verbranding! Figuur 4: Vul- en aftapkraan van de tank De bovenste flens van de tank is voorzien van een 0,5 bar veiligheidsventiel, die door de volgende oorzaken kan...
Pagina 8
WAARSCHUWING Werkzaamheden aan het apparaat mogen uitsluitend door geschoold vakpersoneel worden uitgevoerd. Voordat elektrische werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moet het spanningsloos worden gemaakt! AANWIJZING De afbeeldingen in dit document kunnen afhankelijk van het type en uitrusting van het geleverde model afwijken.
3. ALGEMEEN 3.1. Aanbestedingstekst SpiroExpand TopControl Modular ETCM voor een verliesvrije opname van het expansievolume en constant houden van de druk in gesloten verwarmings-, klimaatregelings- en koelsystemen. Vervaardigd in overeenstemming met de constructierichtlijnen van EN 12828. Aantrekkelijke, zelfstandige eenheid in zelfdragend, geluidsisolerend ontwerp voor modulaire combinatie met drukloze expansievaten (max.
4. MONTAGE 4.1. Plaatsen van het apparaat Het apparaat dient op een vlakke, stevige vloer te worden geplaatst. Eventuele oneffenheden moeten worden geëgaliseerd. Installatie buitenshuis is niet toegestaan. Bij op stelvoeten geplaatste apparaten is het bovendien van belang dat deze verticaal worden opgesteld. Opslag: Omgevingstemperatuur min./max.: -18°C/40°C Het systeem dient beschermd tegen neerslag en direct zonlicht te worden opgeslagen.
4.2. Ontgassingsmodule MultiControl MAE, navulmodule MultiControl Apparaten uit de TopControl Modular-serie worden af fabriek geleverd zonder MAE-ontgassingsmodule of MCF- navulmodule. Montage achteraf is te allen tijde mogelijk. De montage van deze modules gebeurt overeenkomstig de instructies die bij de betreffende module worden geleverd. Plaats van installatie MCF Plaats van installatie MAE Figuur 6:...
Apparaten die bedoeld zijn voor koppeling aan het watervoorzieningssysteem moeten ter plaatse worden uitgerust met voorzieningen die op betrouwbare wijze voorkomen dat niet-drinkwater terug in het watervoorzieningssysteem wordt gezogen. 4.4. Elektrische aansluiting ETCM's zijn meerfasige apparaten die voorzien zijn van een flexibele netaansluitkabel, en bedoeld zijn voor permanente aansluiting op een vast geïnstalleerde netaansluiting.
Pagina 21
Optioneel gebruik van “niveaumeting L2” voor systemen met twee basisvaten. Gelijktijdig gebruik van “extern instelpunt” niet mogelijk!
Pagina 22
Optioneel gebruik van "extern instelpunt". Gelijktijdig gebruik van “niveaumeting L2” niet mogelijk!
Pagina 23
LEGENDA Aanduiding Beshrijving EDER Steuerelektronik: Moederbord TOPCONTROL, type 200331 afhankelijk van de uitvoering van het apparaat: EDER Steuerelektronik: Processorbord MULTICONTROL, type ABCO10 EDER Steuerelektronik: Touch-bedieningseenheid, type BCE49 EDER Steuerelektronik: Analoge module, type 200450, 4 uitgangen, busadress 0 Signaalisolatieversterker, in: 4-20mA, uit: 4-2-mA, 24VDC, 3-wegs scheiding (OPTIE) Weerstand, 150 Ohm, >...
7. EXTERN INSTELPUNT Bij apparaten uit de TopControl-serie is het mogelijk om met behulp van een analoog signaal (4-20 mA) en een busmodule een extern instelpunt voor de bovenste werkdruk te bepalen. Dit is bijvoorbeeld noodzakelijk wanneer de werkdruk moet veranderen, afhankelijk van de werking van het totale systeem (bijv. zomer-/winterbedrijf). De specificatie van het externe instelpunt van de busmodule heeft voorrang op de specificatie van het analoge externe instelpunt.
Pagina 25
Voorbeeld: Op een besturingseenheid van het type ETCM-S4.7-23.5 dient een bovenste werkdruk van 20,0 bar te worden ingesteld. De regeltechniek moet daarom een signaal met 12 mA uitzenden. Ongeacht de grootte van het verzonden instelpuntsignaal kan de bovenste werkdruk voor dit type nooit lager dan 2,6 bar, en hoger dan 23,5 bar worden ingesteld (kenmerk Bovendien kan de bovenste werkdruk worden beperkt met behulp van de instellingen “Min.
7.2. Specificatie werkdruk (0-40 bar) via busmodule: De opgegeven waarde van het externe instelpunt kan een drukbereik van 0-40 bar dekken. Afhankelijk van het apparaattype is de bruikbare bovenste werkdruk echter altijd begrensd. Om dit bereik nog verder te beperken, kunnen de waarden “Minimale bovenste werkdruk (busmodule)”...
8. INBEDRIJFSTELLING 8.1. In bedrijf stellen van het apparaat AANWIJZING Inbedrijfstelling van het apparaat door de klantenservice van de EDER-fabriek of een geautoriseerde partner, inclusief training van het bedieningspersoneel van het systeem, is verplicht! Ga bij de inbedrijfstelling van TopControl Modular als volgt te werk: INFORMATIE Stappen 1-3 zijn werkzaamheden die op locatie moeten worden uitgevoerd ter voorbereiding op de inbedrijfstelling Stap 1:...
Pagina 28
Figuur 13: Overdrukinrichting op MCF uitvoering A Figuur 14: Overdrukinrichting op MCF uitvoering B Stap 6: Inschakelen van de voeding en controleren of het apparaat gedeactiveerd is. Schakel in voorkomende gevallen het apparaat met behulp van de knop Apparaatfunctie activeren (systeem AAN/UIT) uit (handmatige apparaatontgrendeling weigeren).
Pagina 29
• Indien de navulmodule MCF is geïnstalleerd, schakelt u over naar de handmatige modus (bedieningsniveau 3): Handmatige modus -> uitgangen). Schakel de uitgang “Navulventiel” (Handmatig “1”) in en vul de tank hiermee, tot er een continue straal van het systeemmedium uit de ontluchtingsklep van de pomp uittreedt (detail A). Schakel vervolgens de uitgang “Navulventiel”...
Pagina 30
Stap 9: Instellen van de werkdruk (Menu “Instellingen" g “Drukbeheersing” g "Werkdruk“) • Openen van de afsluiters van/naar het systeem (expansieleiding, drinkwater). Indien de MAE-ontgassingsmodule is geïnstalleerd, moet de kogelkraan aan de inlaatzijde gesloten zijn. • De actuele instellingen worden weergegeven; deze komen overeen met de laatst ingestelde waarden (bijv. de af fabriek ingestelde standaardwaarden).
Pagina 31
AANWIJZING Afhankelijk van de grootte van het systeem kan de initiële drukopbouw lang duren, omdat de druk eerst moet worden doorgegeven aan het volledige systeem dat is gekoppeld. Stap 12: Indien de MAE-ontgassingsmodule is geïnstalleerd, moet de bedrijfsmodus “Ontgassingsmodule” worden geselecteerd.
Pagina 32
De instelling van de drukzijdige regelventiel(en) dient in het systeem- of inbedrijfsstellingsprotocol te worden vastgelegd. Instelling regelventiel overstortventiel 1: _________ Instelling regelventiel overstortventiel 2: _________...
9.5. MCF-navulmodule POS. AANDUIDING ART.-NR. RESERVEONDERDEEL Watermeter 1,5 m³/h, uitvoering B E90950 Watermeter 2,5 m³/h, uitvoering B E90951 Contactmodule watermeter 1 liter/puls plug-in, voor meter uitvoering B E90949 Magneetklep E90575 E90038 Drukreduceerventiel, 1/2", type D05; Uitvoering B E90952 Drukreduceerventiel, 3/4", type D05; Uitvoering B E90953 Manometer - voor EMCF (optioneel afhankelijk van uitvoering) E90908...
10. REINIGING EN ONDERHOUD 10.1. Reiniging Tijdens het bedrijf worden vuildeeltjes uit het systeem verwijderd via de ingebouwde vuilafscheider. Deze verontreinigingen worden in de vuilafscheider verzameld en leiden tot een verminderde doorstroming van de vuilafscheider. Dit kan leiden tot problemen met de werking van het apparaat. AANWIJZING Aanbeveling: Indien er vaak of constant vervuilingsproblemen optreden, moeten verdere maatregelen aan het systeem worden overwogen (bijv.
10.4. Bijsmeren van de motorlagers Pompen met 0,37 - 7,5 kW: De motorlagers zijn gesloten en worden permanent gesmeerd. De motorlagers kunnen daarom niet worden bijgesmeerd. Pompen met 11 - 22 kW: De motorlagers zijn van de open uitvoering en moeten derhalve regelmatig opnieuw worden gesmeerd. Bij levering zijn de motorlagers reeds voorgesmeerd.
11. BIJLAGE 11.1. Bijlage A Dimensionering van de expansieleiding Expansieleidingen zijn leidingen die het systeem met het expansie- en drukhoudende systeem verbinden. LET OP Het ontwerpcriterium bestaat uit het nominale warmtevermogen dat moet worden afgevoerd, de maximale bedrijfstemperatuur en de stromingssnelheid overeenkomstig ÖNORM H 5151-1:2010 12 15. Uittreksel uit ÖNORM H 5151-1:2010 12 15: Nominale warmteafgifte in kW 11.2.3.2 Dimensionering van de expansieleiding.
De expansievolumestroom V wordt berekend overeenkomstig vergelijking B: Vergelijking B De berekeningsbinnendiameter van de expansieleiding wordt berekend overeenkomstig vergelijking C: Vergelijking C De eerstvolgende grotere nominale leidingdiameter dient te worden geselecteerd. Het maximale drukverlies in de expansieleiding mag niet groter zijn dan 1 kPa. AANWIJZING Binnen het drukhoudende systeem (overstortleiding, aanzuigleiding) bepaalt de fabrikant welke stroomsnelheden een probleemloze werking van het drukhoudende systeem waarborgen.
Pagina 43
Omloopkromming uitsluitend in de overstortleiding Aanzuigleiding Tot EG(Z) 500M Vanaf EG(Z) 800M Figuur 21: Overstort- (1) en aanzuigleiding (2) van EG(Z)-M Figuur 22: Installeren van de aanzuigleiding Installeren van de aanzuigleiding In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn om de overstort- en aanzuigleiding te laten kruisen om de ETCM en EG(Z)-M correct te koppelen.
Annex II (valid from 22 July 2019) acc. to wijzigingen in de richtlijn (EU) 2015/863 the amendments of the directive (EU) 2015/863 De fabrikant The manufacturer Eder Spirotech GmbH Leisach 52 A - 9909 Leisach verklaart bij deze dat het product declares hereby, that the product...
Pagina 48
Postbus 207 gebruiksaanwijzing mag worden verveelvoudigd en/ 5700 AE Helmond, NL of openbaar gemaakt via het internet, door middel van T +31 (0)492 578 989 druk, fotokopie, microfilm, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Spirotech bv. www.spirotech.nl...