Inhoudsopgave
Advertenties
AANWIJZING
Afhankelijk van de grootte van het systeem kan de initiële drukopbouw lang duren, omdat de druk eerst moet
worden doorgegeven aan het volledige systeem dat is gekoppeld.
Stap 12:
Indien de MAE-ontgassingsmodule is geïnstalleerd, moet de bedrijfsmodus "Ontgassingsmodule" worden
geselecteerd. In geval van een onjuiste selectie kan een correcte ontgassing niet worden gewaarborgd!
Eenmalige instelling van de ontgassingsmodule:
• Sluit het regelventiel en de kogelkraan op de ontgassingsmodule.
• Open in de handmatige modus het ontgassingsventiel. Menu "Handmatige modus" -> "Uitgangen" ->
"Ontgassingsventiel" -> Handmatig "1".
• Wacht tot het gemotoriseerde ventiel volledig is geopend (ca. 35 seconden; de schaalverdeling of rode as op de
lineaire actuator mag niet meer draaien)
• Openen van de kogelkraan aan de inlaatzijde
• Draai het regelventiel langzaam open totdat er een doorstroming hoorbaar is (1/4 slag). De systeemdruk daalt en de
drukhoudende pomp wordt ingeschakeld.
• Controleer de systeemdruk op de display
• Het regelventiel is correct ingesteld wanneer een pomp de druk in korte tijd kan opbouwen en weer kan
handhaven. Indien dit niet mogelijk is, bijv. wanneer de tweede pomp bij Duo- en Maxi-modellen wordt
ingeschakeld, is het regelventiel verkeerd ingesteld (te ver geopend).
• Stel vervolgens de uitgang " Ontgassingsventiel" weer in op automatisch (Auto "1").
• De instelling (1) van het regelventiel moet in het systeem- of inbedrijfstellingslogboek worden genoteerd.
1
Figuur 18:
Instellen van MAE-regelventiel:
Stap 13:
Het apparaat is nu gereed voor gebruik. De afsluitkleppen in de leidingen van/naar het systeem moeten beveiligd zijn
tegen onopzettelijk sluiten (bijv. hendels verwijderen...). Verdere instellingen (bijv. ontharding MWE, bedrijfsmodi etc.)
moeten worden uitgevoerd in het menu "Instellingen" (zie gebruiksaanwijzing van de touchbedieningseenheid).
Eventueel noodzakelijke afstelling van de elektrische overstortventielen:
Af fabriek is het betreffende regelventiel aan de inlaatzijde van het (de) elektrische overstortventiel(len) volledig geopend.
Afhankelijk van de ingestelde werkdruk, de grootte van het systeem, etc. kan het noodzakelijk zijn om het (de)
overstortventiel(en) te smoren.
Een aanwijzing voor het feit dat bijstellen noodzakelijk i, kan bijv. bestaan uit een drukhoudende pomp die onmiddellijk
wordt ingeschakeld nadat het overstortventiel wordt geopend. In dit geval daalt de systeemdruk bijvoorbeeld onmiddellijk
na het openen van het overstortventiel tot de onderste werkdruk en begint de drukhoudende pomp druk op te bouwen.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
