Inhoudsopgave
Advertenties
midden tot midden) op elke draadstang
78).
Opmerking:
Controleer of de lengte 49,5 cm
bedraagt voor maaidekken van 91 cm en
43,7 cm voor maaidekken van 102 cm.
2.
Zet de contramoeren aan de voorste wartel los
(Figuur
78).
3.
Gebruik de contramoeren om de lengte van de
draadstang af te stellen en de juiste afstand te
verkrijgen.
4.
Zet de contramoeren aan de voorste wartel
vast
(Figuur
78).
Figuur 78
1. Meet de afstand tussen
de middelpunten van
de wartels (hart-op-hart
afstand).
2. Contramoeren van wartel
3. Voorste wartel
4. Voorste ketting
5. Achterste steun
5.
Controleer voor elke gaffel de afstand tussen de
gaffel en de draagarm van het maaidek.
Opmerking:
Deze afstand moet 11 mm
bedragen zoals afgebeeld in
6.
Als afstelling vereist is, zet dan de bovenste
kettingbout los
(Figuur
(Figuur
g277713
6. Stelbout
7. Contramoer
8. Gaffel
9. Bovenste kettingbout
Figuur
79.
79).
7.
Zet de contramoer los en stel de bout af om de
juiste afstand te verkrijgen; zie
8.
Draai de contramoer en de bovenste kettingbout
vast.
1. Stelbout
2. Contramoer
3. Gaffel
Schuinstand van het
rechtermaaidek instellen
1.
Zet het rechter maaimes in de schuinstand
(Figuur
80).
2.
Meet het rechtermes bij punt C. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van het maaimes en noteer deze afstand
80).
3.
Meet het rechtermes bij punt D. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van het maaimes en noteer deze afstand
80).
Opmerking:
lager staan bij punt C dan bij punt D
Indien dit niet het geval is, gaat u als volgt te
werk.
4.
Zet de contramoeren aan de voorste wartels
links en rechts los
5.
Gebruik de rechter contramoeren om de lengte
van de rechter draadstang af te stellen. Zorg
voor een schuinstand van 6 tot 10 mm in de
lengterichting.
56
Figuur
Figuur 79
4. Draagarm van maaidek
5. De afstand moet 11 mm
bedragen.
6. Bovenste kettingbout
Het maaimes moet 6 tot 10 mm
(Figuur
(Figuur
78).
79.
g277712
(Figuur
(Figuur
80).
Advertenties
Inhoudsopgave
