WERKING
Opgelet! Tijdens het lassen steeds de ogen en
lichaam beschermen tegen lasstralingen en
lasspatten.
3.1 MMA Lassen
Sluit voor het lassen van MMA de elektrodekabel aan op de + of -
connectie en de massakabel aan de + of - connectie.
Het aansluiten van de las en massakabel is afhankelijk van
de gebruikte laselektroden. U kan dit controleren op de
verpakking van de gebruikte laselektroden. Respecteer steeds de
aangegeven polariteit.
Stel de lasprocedure schakelaar (knop 4) in op MMA (rechtse
stand). De gewenste lasstroom stelt u in via de lasstroomregelaar
(knop 5).
3.2 TIG Lassen
Sluit voor het lassen van TIG de tigtoorts aan op de - connectie
en de massakabel aan op de + connectie. Sluit vervolgens de
gastoevoer (Argon) aan op de tigtoorts. Stel de gasontspanner in
op 10l/min.
Plaats de keuzeschakelaar (knop 4) op lift tig functie (linkse
stand).
Starten in lift tig functie:
•
Zorg dat de gastoevoer is uitgevoerd en de wolframnaald
enkele mm uit de gascup steekt.
•
Open de gastoevoer op de tigtoorts.
•
Plaats de wolframnaald onder een hoek van 70°C op het
werkstuk (fig A,1)
•
Beweeg de tigtoorts zodat deze loodrecht op het werkstuk
staat (fig A,2)
•
Haal de wolframnaald zachtjes van het werkstuk. De
lasstroom zal opstarten (fig A,3)
•
Om te stoppen trekt u de toorts weg van het werkstuk.
•
Sluit daarna de gastoevoer op de toorts.
www.parweld.com
3.3 Machine instelling voor TIG lassen - DC TIG Lassen
(geen pulsfunctie)
1.
Sluit de massakabel aan op + pool van de machine en plaats de
aardklem stevig op het werkstuk.
2.
Sluit de tigtoorts aan op de - pool van de machine. Sluit ook de
gasmoer en de stuurstekker aan op het lastoestel.
3.
Open de gascylinder en stel het gasdebiet in. Zet de on/off
schakelaar op on.
4.
Maak uw keuze tussen 2/4 takt lassen, hou rekening met de
mogelijke instellingen tussen beide manieren van lassen.
5.
Selecteer de DC output.
6.
Selecteer starten met hoog-frequentie
7.
Gebruik de functiedruktoetsen om de juiste instellingen te doen
(de betreffende led brandt bij de geselecteerde functie).
8.
Selecteer voorblaastijd via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in multidisplay). U kan
de tijd instellen tussen 0,1 tot 0,3 seconden.
9.
Selecteer de startstroom via de functietoetsen en draai met
de regelknop naar het gewenste vermogen (% licht op in de
multidisplay). U kan nu de startstroom instellen tussen 5% en
100%. Deze functie werkt alleen in 4 takt.
10. Selecteer de up-slope tijd via de functietoesten en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in multidisplay). U kan
de tijd instellen tussen 0 en 10 seconden.
11. Selecteer de lasstroom via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste lasstroom. Deze is te zien op de amp-
meter.
12. Selecteer de down-slope tijd via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in de multidisplay). U
kan de tijd instellen tussen 0 en 10 seconden.
13. Selecteer de eindstroom in via de functietoetsen en draai met
de regelknop naar de gewenste stroom. U kan de eindstroom
instellen tussen de 5% en de 100%. Deze functie werkt alleen in de
4 takt.
14. Selecteer de nablaastijd met de functietoesten en regel de
gewenste tijd met de regelknop ( S licht op in de multidisplay).
U kan de tijd instellen tussen 0,1 en 10 seconden. Nu staat
het toestel klaar om te lassen op DC TIG zonder pulsfunctie.
U moet kijken naar de omstandigheden en uw parameters
aanpassen in functie van de lasjob. Elke functie bereikt u door de
functietoetsen te gebruiken, de geselecteerde functie licht op met
een led. Via de regelknop kan u de gewenste waarde instellen.
www.parweld.eu.com
3.4 Machine instelling voor TIG lassen - AC TIG Lassen
(geen pulsfunctie)
1.
Sluit de massakabel aan op + pool van de machine en plaats de
aardklem stevig op het werkstuk.
2.
Sluit de tigtoorts aan op de - pool van de machine. Sluit ook de
gasmoer en de stuurstekker aan op het lastoestel.
3.
Open de gascylinder en stel het gasdebiet in. Zet de on/off
schakelaar op on.
4.
Maak uw keuze tussen 2/4 takt lassen, hou rekening met de
mogelijke instellingen tussen beide manieren van lassen.
5.
Selecteer de AC output.
6.
Selecteer starten met hoog-frequentie
7.
Gebruik de functiedruktoetsen om de juiste instellingen te doen
(de betreffende led brandt bij de geselecteerde functie).
8.
Selecteer voorblaastijd via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in multidisplay). U kan
de tijd instellen tussen 0,1 tot 0,3 seconden.
9.
Selecteer de startstroom via de functietoetsen en draai met
de regelknop naar het gewenste vermogen (% licht op in de
multidisplay). U kan nu de startstroom instellen tussen 5% en
100%. Deze functie werkt alleen in 4 takt.
10. Selecteer de up-slope tijd via de functietoesten en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in multidisplay). U kan
de tijd instellen tussen 0 en 10 seconden.
11. Selecteer de lasstroom via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste lasstroom. Deze is te zien op de amp-
meter.
12. Selecteer de down-slope tijd via de functietoetsen en draai met de
regelknop naar de gewenste tijd (S licht op in de multidisplay). U
kan de tijd instellen tussen 0 en 10 seconden.
13. Selecteer de eindstroom in via de functietoetsen en draai met
de regelknop naar de gewenste stroom. U kan de eindstroom
instellen tussen de 5% en de 100%. Deze functie werkt alleen in de
4 takt.
14. Selecteer de nablaastijd met de functietoesten en regel de
gewenste tijd met de regelknop ( S licht op in de multidisplay). U
kan de tijd instellen tussen 0,1 en 10 seconden.
15. Selecteer de AC frequentie met de functietoetsen en regel de
gewenste frequentie (HZ licht op in de multidisplay). U kan de
frequentie instellen afhankelijk van de ingestelde lasstroom (60Hz
is de standaard waarde).
<50A - 50 tot 250Hz - 50-100A - 50-200Hz - 100-150A - max 150Hz
150-200A - max 100Hz.
16. Selecteer de AC balans met de functietoetsen en regel de
gewenste verhouding met de regelknop (% licht op in de
multidisplay). Deze kan ingesteld worden van 15% tot 50%. Bij
zuiver materiaal kan u deze best instellen op 15 a 20%. Nu staat
het toestel klaar om te lassen op AC tig zonder pulsfunctie.
U moet kijken naar de omstandigheden en uw parameters
aanpassen in functie van de lasjob. Elke functie bereikt u door de
functietoetsen te gebruiken, de geselecteerde functie licht op met
een led. Via de regelknop kan u de gewenste waarde instellen.
3.5 Machine instellingen voor TIG lassen met
pulsfunctie
Het is mogelijk om de pulsfunctie te gebruiken bij zowel AC als DC
tiglassen. Pulslassen maakt het mogelijk om bij dunnere materialen
beter de warmte te beheren en toch voldoende inbranding te hebben.
Zo kan u ook de lasboog beter onder controle houden.
1.
Volg dezelfde opstartprocedure zoals bij AC en/of DC tiglassen.
2.
Druk op de pulsfunctie toets (op het bedieningsbord - de led A
licht op als de pulsfuncte geselecteerd is).
3.
Selecteer met de functietoetsen tot de lasstroom (hoofdstroom)
led B oplicht. Via de regelknop kan men nu de gewenste
lasstroom instellen (tussen 5A en 200A DC of 10A en 200A AC).
4.
Selecteer de "breedte" (procentuele tijdsduur) van de
hoofdstroom (lasstroom). De bewuste led C ligt op (% licht
op in de multidisplay). U kan deze instellen tussen 5% en
100%, dit bepaalt hoelang u op de hoofdstroom blijft tijdens
het puntlassen. Gedurende elke puls last het toestel op de
hoofdstroom als op de grondstroom. De verhouding tussen die 2
stromen kan u via deze functie instellen. Bij 100% blijft u constant
op de hoofdstroom. Bij 50% last u 50% op de hoofdstroom en
50% op de grondstroom. Bij 10% last u 10% op de hoofdstroom
en 90% op de grondstroom.
5.
Selecteer vervolgens met de functietoetsen de grondstroom
(lage lasstroom), de led H zal oplichten. Via de regelknop kan
men nu de gewenste grondstroom instellen. Deze is instelbaar
tussen 5A en 200A (DC) of 10A en 200A (AC). De grondstroom is
de lage lasstroom tijdens het pulsen en kan niet hoger liggen dan
de hoofdstroom. 50% tot 70% van de hoofdstroom is een veel
gebruikte basiswaarde.
6.
Selecteer de puls frequentie via de functietoetsen, de led E
zal oplichten. Stel de juiste waarde in via de regelknop. Deze
waarde is instelbaar tussen 0,5Hz en 200Hz (Hz ligt op in het
multidisplay). De waarde die op de display verschijnt is het
aantal pulsen per seconden. Bij 100Hz zal het pulsen 100 keer
per seconden gebeuren. 0,5Hz tot 10Hz vermindert de warmte
inbreng het meest. 30Hz tot 50Hz maakt een mooier egaal
smeltbad en laat u toe te lassen op een lagere lasstroomwaarde.
50Hz tot 200Hz geeft u een strakke lasboog en last opmerkelijk
beter dan zonder puls. Nu staat het toestel klaar om te lassen op
tig met pulsfunctie. U moet kijken naar de omstandigheden en
uw parameters aanpassen in functie van de lasjob. Elke functie
bereikt u door de functietoetsen te gebruiken, de geselecteerde
functie licht op met een led. Via de regelknop kan u de gewenste
waarde instellen.
www.parweld.eu.com