10. Swingfunctie BYG
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Druk op de SWING toets van de afstandsbediening. De SWING display wordt zichtbaar. Elke keer als
de Swing-toets wordt ingedrukt verandert de functie als volgt:
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING toets en selecteer STOP. De luchtuitblaaslamellen komen terug in de
stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Instellen van de OP/NEER swingfunctie
Ingestelde
Functie
Koelen/Ontvochtigen
Verwarmen
Circuleren 1-4
Circuleren 5-7
Instellen van de LINKS/RECHTS swingfunctie
Ingestelde
Functie
Koelen/Ontvochtigen
Verwarmen
Circuleren
10. Swingfunctie UYG
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Instellen van de swingfunctie
Druk op de SWING-toets. De SWING-display gaat branden. In deze stand zullen de luchtuitblaas-
lamellen automatisch op en neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom.
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING-toets. De SWING display gaat uit. De luchtuitblaaslamellen komen terug
in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden van de swingfunctie
• Het SWING-bereik is afhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid.
• De luchtrichting kan niet worden ingesteld tijdens de SWING-functie.
• De swingfunctie kan tijdelijk stoppen als de ventilator niet in werking is of als deze op zeer lage
snelheid draait.
Tijdens koelen, verwarmen, ontvochtigen en circuleren: Swing tussen 1 en 4
Zwenkbereik
1 - 4
3 - 7
1 - 4
3 - 7
Zwenkbereik
1 - 5 (hele bereik)
1 - 5 (hele bereik)
1 - 5 (hele bereik)
49