U kunt de flitser niet gebruiken wanneer u bewegende beelden opneemt.
Tijdens het opladen van de flitser knippert
flitserpictogram branden.
Schakel eerst het apparaat uit voordat u een accessoire, zoals een flitser, bevestigt aan of
verwijdert vanaf de Multi-interfaceschoen.
Wanneer u een accessoire bevestigt, steekt u hem helemaal op de Multi-interfaceschoen
en schroeft u hem stevig vast. Controleer tevens of het accessoire stevig is bevestigd aan
het apparaat.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare flitser met synchro-hoogspanningsaansluitingen
of met omgekeerde polariteit.
Tijdens het opnemen met de flitser en de zoom ingesteld op W, kan de schaduw van de
lens zichtbaar zijn op het scherm, afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als dit
gebeurt, neemt u op naast het onderwerp, of stelt u de zoom in op T en neemt u het beeld
opnieuw op met de flitser.
In de hoeken van een opgenomen beeld kan een schaduw zichtbaar zijn, afhankelijk van
de lens.
[54] Hoe te gebruiken
Flitsfunctie
U kunt de flitsfunctie instellen.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Flitser uit:
De flitser werkt niet.
Automatisch flitsen:
De flitser gaat af in donkere omgevingen of bij het opnemen met sterk tegenlicht.
Invulflits:
Elke keer als u op de ontspanknop drukt, gaat de flitser af.
Langz.flitssync.:
Elke keer als u op de ontspanknop drukt, gaat de flitser af. U kunt met de langzame-
flitssynchronisatieopname een helder beeld opnemen van zowel het onderwerp als de
achtergrond door een langere sluitertijd te gebruiken.
Eindsynchron.:
Elke keer wanneer u de ontspanknop indrukt, gaat de flitser af net voordat de belichting is
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Flitsfunctie] → gewenste instelling.
. Nadat het opladen klaar is, blijft het
De flitser gebruiken