Smart BMS Manager
5
Groepsbediening
1
2
(Voorbeeld) In bedrijf LINE 1, GROUP 4 (koelen op 24 °C, luchtvolume: AUTO)
Voeding ingeschakeld
1 Lijn inschakelen
ALL
ZONE
GROUP
2
/
/
3 Groep inschakelen
ON
4
5 Inschakelen werkingsmodus
6 Luchtvolume inschakelen
7 Temperatuurinstellingen
8 Hoek/windrichtinginstelling
(Wanneer geen
afstandsbediening wordt
gebruikt)
9 Centraal/ individueel
(Alleen in de centrale
werkingsmodus)
STOP
* Weergaven op de LCD of de Smart BMS Manager blijven ongewijzigd, zelfs wanneer het bedrijf is gestopt.
-NL
10
3
9
Schakel de voeding in van de afstandsbediening.
(Toetsen op de afstandsbediening zijn gedeactiveerd, terwijl
Dit is echter geen storing.)
Selecteer lijn 1 met de
Selecteer
Selecteer groepsnummer 4 met de
(Groepsnummer 4 knippert als
ON
Druk op de
toets om het bedrijf te starten.
COOL
Selecteer
AUTO
Selecteer
Stel de temperatuur in op 24 °C met de
24°C
Selecteer een jaloeziepositie met de
Verander de instelling met de
Individueel:
bediening is mogelijk met de afstandsbediening.
CENTRAL 1
:Deactiveert start-/stop-bedrijf via de afstandsbediening.
CENTRAL 2
:Deactiveert start-/stop-bedrijf, werkingsmodus inschakelen en
temperatuurinstelling via de afstandsbediening.
CENTRAL 3
:Deactiveert werkingsmodus inschakelen en temperatuurinstelling via de
afstandsbediening.
CENTRAL 4
:Deactiveert werkingsmodus inschakelen via de afstandsbediening.
CENTRAL
"
" wordt weergegeven voor centrale of individuele bediening, anders dan
bovengenoemd.
Druk op de OFF-toets om het bedrijf uit te schakelen.
5
6
toets.
met de
toets.
GROUP
.)
modus met de
toets.
luchtvolume met de
toets.
SET TEMP.
toets of omhoog/ omlaag bewegen.
toets.
Handleiding
4
STOP
7
8
wordt weergegeven.
en
toetsen.
en
toetsen.