De Maaihoogte Instellen; De Hoogtelat Instellen - Toro Greensmaster Flex 1018 Gebruikershandleiding
Edge series maai-eenheid van 46 cm en 53 cm met 11 of 14 messen
Verberg thumbnails
Zie ook voor Greensmaster Flex 1018:
- Gebruikershandleiding (56 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (20 pagina's) ,
- Installatie-instructies (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
1. Montageflens van de
zijplaat
2. Afstandsstuk
2.
Breng de achterkant van het maaidek omhoog
en plaats een blok onder het ondermes.
3.
Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels
van beide rollen en het afstandsstuk/de
afstandsstukken zijn bevestigd aan de
montageflens van beide zijplaten.
4.
Verwijder de beugel van de rol en de bouten
uit de montageflenzen van de zijplaat en de
afstandsstukken.
5.
Plaats de afstandsstukken op de bouten van de
beugels van de rol.
6.
Zet de beugel van de rol en afstandsstukken
vast aan de onderkant van de montageflenzen
met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.
Opmerking:
Plaats ongebruikte
afstandsstukken op de bovenkant van de
montageflens van de zijplaat voor later gebruik.
Opmerking:
De stand van de achterrol ten
opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de
bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen
en evenwijdig stellen is niet nodig.
De maaihoogte instellen
Stel de maaihoogte in op de gewenste maaihoogte
met een maaihoogtemeter en zorg ervoor dat uw
maai-eenheid is uitgerust met een ondermes dat
het best geschikt is voor uw gewenste maaihoogte;
zie
Selectieschema's voor de maaihoogte en het
ondermes (bladz.
12).
De hoogtelat instellen
Voordat u de maaihoogte instelt moet de hoogtelat
worden ingesteld:
1.
Draai de moer op de hoogtelat los en draai de
stelschroef op de gewenste maaihoogte
8).
Figuur 7
3. Beugel van rol
Opmerking:
van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.
g014405
1. Hoogtelat
2. Stelschroef voor
maaihoogte
2.
Draai de moer vast.
De maaihoogte instellen
Deze maai-eenheid is standaard uitgerust met
het EdgeMax Micro-cut ondermes en standaard
snijbalk. De werkelijke maaihoogte is afhankelijk
van voorafgaande maaierconfiguraties en
gazonomstandigheden (d.w.z. roltype, ondermes
achter centrale afstand, zachte of harde greens,
seizoensomstandigheden). Stel de oorspronkelijke
maaihoogte 0,25 mm tot 0,38 mm hoger in dan de
vorige greensmaaierinstelling en stel af naargelang
de omstandigheden.
Raadpleeg
en het ondermes (bladz. 12)
ondermes het best geschikt is voor de gewenste
maaihoogte.
1.
Draai de borgmoeren los waarmee de
maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de
zijplaten van de maai-eenheid
(Figuur
10
De afstand tussen de onderkant
Figuur 8
3. Moer
Selectieschema's voor de maaihoogte
om te bepalen welk
g000489
(Figuur
9).
Advertenties
Inhoudsopgave
