14
www.aeg.com
De toevoerslang
O
O
20
20
Gebruik de bij het apparaat geleverde slang.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact
op met het Geautoriseerde Servicecentrum voor vervanging van de
inlaatslang.
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten:
O
O
45
45
1. Verwijder de inlaatslang uit het binnenste
van de trommel.
2. Voor de verbinding van de waterinlaatslang
in de juiste richting en met de juiste helling
dient u de positie van de waterkraan te
controleren voordat u die aansluit op de
achterkant van het toestel.
Zorg ervoor dat de slang niet
geknikt of geplet of gespannen
staat.
3. Sluit de slang aan op de achterkant van het
apparaat. Draai de inlaatslang niet naar
beneden, maar draai die naar links of rechts
afhankelijk van de positie van uw waterkraan.
4. Maak de ringmoer los om hem in de juiste
stand te zetten.
5. Sluit de watertoevoerslang aan op de
koudwaterkraan met 3/4'-schroefdraad.
WAARSCHUWING!
Het toevoerwater mag niet
warmer zijn dan 25 °C.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat er geen lekken
zijn vanuit de koppelingen.