Hoofdstuk 10
Geavanceerde
faxfuncties
uitschakelen
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Fax te kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om
Geavanc. faxfuncties te kiezen.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Drzenden/Opsln te
kiezen.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om Uit te kiezen.
Druk op OK.
f
Druk op Stop/Exit.
Opmerking
Op het LCD-scherm worden meer opties
weergegeven als er zich nog ontvangen
faxen in het geheugen van de machine
bevinden. (Zie Geavanceerde faxfuncties
wijzigen op pagina 68.)
68
Geavanceerde
faxfuncties wijzigen
Als er zich nog ontvangen faxen in het
10
geheugen van de machine bevinden
wanneer u de geavanceerde faxfuncties
wijzigt, verschijnt een van de volgende
vragen op het LCD-scherm:
Wis alle faxen?
Ja
i Druk op 1
Nee i Druk op 2
Print alle fax?
Ja
i Druk op 1
Nee i Druk op 2
• Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen gewist of afgedrukt voordat
de instelling wordt gewijzigd. Als er al
een reservekopie is afgedrukt, wordt
die niet opnieuw afgedrukt.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt, en
wordt de instelling niet gewijzigd.
Als er zich nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine bevinden
wanneer u vanuit een andere optie
[Fax doorzenden, Fax opslaan of
Faxweergave] overschakelt op
PC-Fax ontv., drukt u op a of b om de pc
te kiezen.
Op het LCD-scherm wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
Ja
i Druk op 1
Nee i Druk op 2
• Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen naar uw pc gezonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Vervolgens wordt u gevraagd of u een
reservekopie wilt afdrukken. (Zie
Ontvangen via PC-FAX op pagina 66
voor meer informatie.)
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar de pc
overgebracht, en wordt de instelling
niet gewijzigd.
10