(j)
Als de waarde buiten het bereik valt, wordt 0 ingesteld op 0: P0; 7 of
meer wordt ingesteld op 7: Zwaaien.
(k)
Als de waarde buiten het bereik valt, wordt AAN/UIT ingesteld op 1:
AAN.
6.4.2
Updatemodus voor bediening
Elk van de regelfuncties van de unit (zie
27]) heeft een bijbehorend updateregister. Het updateregister bepaalt
hoe de regelopdrachten de unit updaten en of de bijbehorende
afstandsbedieningsknop(pen) vergrendeld of ontgrendeld zijn. De
volgende updatemodi zijn beschikbaar:
Updatemodus
Afstandsbedieningsknop(pen)
0:LastTouch
Ontgrendeld
1:Central
Vergrendeld
2:Local
Ontgrendeld
3:OnChange
Ontgrendeld
Met
updatemodus
unitinstellingen worden uitgevoerd via de afstandsbediening of met
behulp van Modbus-registers. Als zodanig vereist dit dat het schrijven
naar het Modbus holding-register alleen plaatsvindt wanneer er een
wijziging wordt aangebracht. Updatemodus 3 (OnChange) wordt
gebruikt als er herhaaldelijk wordt geschreven naar het Modbus
holding-register, maar updates van de unitinstellingen worden ALLEEN
naar de unit gestuurd als de waarde die naar het register is geschreven,
verandert.
Als er een niet gedefinieerde waarde naar het Control-update-modus-
register wordt geschreven, zal de Modbus-adapter geen controle
uitvoeren over het overeenkomstige item.
EKMBPP1+EKMBPP1A
Modbus-adapter
4P720139-1C – 2024.11
0
(LastTouch)
6 Configuratie
"6.4.1 Regeling van de unit"
Functionaliteit
De instelling van de unit wordt bijgewerkt
wanneer er in het holding-register wordt
geschreven, zelfs als de waarde ongewijzigd
blijft.
De overeenkomstige
afstandsbedieningsknop(pen) zijn vergrendeld.
De waarde in het holding-register wordt
herhaaldelijk naar de unit geschreven.
Updates voor de holding-registers worden niet
naar de unit verzonden.
De unitinstelling wordt bijgewerkt wanneer er in
het holding-register wordt geschreven, ALLEEN
als de waarde wordt gewijzigd.
kunnen
updates
[4
van
de
Installatiehandleiding
29