6. Testmodus
De teststand moet lokaal of met de KNX programmeersoftware ETS worden
ingeschakeld.
● De bedrijfsmodus „test" (Testmodus) dient ter controle van de bedrijfsmodus,
de aanwezigheidsregistratie en de juiste koppeling van de diverse melders.
● Bij parallelschakeling moeten alle melders op „test" worden gezet.
● In de bedrijfsmodus „test" doorloopt de melder, nadat het sensorge-
deelte in de BCU is gestoken en telkens na het programmeren van de
applicatie, de beide fasen:
1. Identificatiefase (90 sec.)
2. Bewegingstest
Beide fasen worden door de LED achter de lens van de melder weergege-
ven: een normaal bedrijf is in de bedrijfsmodus „Test" niet mogelijk.
1. Identificatiefase – LED knippert afhankelijk van de bedrijfsmodus
● Na het aanbrengen en telkens na het programmeren van de applicatie
sturen de schakeluitgangen een „AAN"-telegram. De pulsvolgorde van
de LED geeft aan welke codering de melder heeft.
2 pulsen: Master
5 pulsen: Slave
● Snel knipperen (4x per seconde): geen of verkeerde applicatie. Contro-
leer de combinatie van sensorgedeelte, BCU en applicatie.
● De knoppen werken nog niet.
NL
113
113