Bedieningselementen
Apparaat in noodmodus stellen
In geval van een storing kan de eenheid
in noodmodus worden gesteld, m.a.w.
de verwarming blijft gehandhaafd via
het in de warmtepomp geïntegreerde
elektrisch verwarmingselement.
Activering
In het menu-item "Service/Speciale mo-
dus" selecteert u het onderdeel "Specia-
le modi" en activeert u het menu-item
"Noodbedrijf".
Als het elektrisch verwarmingselement
in bedrijf is, verschijnt dit symbool op de
display:
LET OP! Deze handeling mag alleen ti-
jdelijk zijn, aangezien 1:1 elektriciteit is
gebruikt als energiebron.
Voorafgaande vereiste: Het geïntegree-
rde elektrisch verwarmingselement moet
elektrisch aangesloten zijn.
Energieleverancier uitschakeltijden
In ruil voor verlaagde warmtepompta-
rieven eisen sommige nutsbedrijven
dat de warmtepomp op bepaalde tijd-
stippen overdag wordt uitgeschakeld
om piekbelastingen beter in evenwicht
te kunnen houden.
De frequentie en de duur van de uit-
schakelingen varieert naargelang van
de energieleverancier en het land.
Het regelsysteem van de warmtepomp
mag niet worden beïnvloed door een
blokkeringsperiode van het nutsbedrijf.
De regeling moet afzonderlijk van stro-
om worden voorzien om vorstbeveili-
ging tijdens de blokkeringsperiode te
kunnen verzekeren door activering van
de watercirculatiepomp.
Bij cascadesystemen moet het blokke-
ringssignaal parallel en op dezelfde fase
worden geïnstalleerd.
Voor meer informatie over de correcte
elektrische bedrading verwijzen we
naar de elektrische bedradingsschema's
van ELCO die bij de eenheid worden
geleverd.
12 / NL
Harde blokkering
Op bepaalde tijdstippen overdag kan
het nutsbedrijf (indien vereist) de ho-
ofdvoeding naar de warmtepomp
gedurende een bepaalde tijdsspanne
(verschillend naargelang van nutsbe-
drijf en land) blokkeren door de hoof-
dvoeding aan de elektriciteitsmeter te
onderbreken. In dit geval blijven het
compressorcircuit en doorgaans de
back-upverwarming uitgeschakeld. De
watercirculatie d.m.v. de watercirculatie-
pomp in de warmtepomp blijft behou-
den, aangezien de watercirculatiepomp
via het regelsysteem van stroom wordt
voorzien en dit laatste hierdoor niet
getroffen wordt omdat het afzonderlijk
van stroom wordt voorzien.
De volledige werking van de warmte-
pomp wordt onmiddellijk uitgescha-
keld.
Zodra de eenheid opnieuw van stro-
om wordt voorzien, hervat de warmte-
pomp automatisch de werking.
Rimpelspanningsignaal
Op bepaalde tijdstippen overdag kan
het nutsbedrijf (indien vereist) gedu-
rende een bepaalde tijdsspanne (ver-
schillend naargelang van nutsbedrijf
en land) een signaal (230 V uit) naar de
warmtepomp sturen via een elektrici-
teitsmeter met de vraag om de warm-
tepomp uit te schakelen.
De watercirculatie d.m.v. de watercir-
culatiepomp in de warmtepomp blijft
behouden.
Ontdooimodus: als het nutsbedrijf een
blokkeringssignaal (230 V uit) verzend
terwijl de eenheid zich in ontdooimodus
bevindt, zal de eenheid het ontdooien
stopzetten en vervolgens uitschakelen.
Zodra het blokkeringssignaal verdwijnt
(230 V aan), hervat de warmtepomp au-
tomatisch de werking.
Combinatie van harde blokkering
en rimpelspanningsignaal
In sommige situaties vereist het nutsbe-
drijf beide, m.a.w. een combinatie van
rimpelspanningsignaal en harde blokke-
ring van de warmtepomp.
De werking van de warmtepomp wordt
onmiddellijk volledig uitgeschakeld.
Zodra de eenheid opnieuw van stro-
om wordt voorzien, hervat de warmte-
pomp automatisch de werking.
Weergave van blokkering voeding-
seenheid
Een actieve blokkering door het nutsbe-
drijf via een rimpelspanningsignaal wordt
op de infopagina in de regeling als "War-
mtepomp vergrendeld" weergegeven.