Bedieningselementen
Bedieningspagina's op eindgebruikersniveau
Verwarming/koeling bedienen
1
Selectie van de zone
Indien meerdere zones (verwarmings-
groepen) voorhanden zijn, wordt in
eerste instantie de zone geselecteerd
waarvoor de instellingen bewerkt
moeten worden.
2
Voor iedere zone kan de be-
drijfsmodus worden vastgelegd:
Beschermingsmodus
In beschermingsmodus is de verwar-
ming uitgeschakeld. De ruimte blijft
echter beschermd tegen vorst (Ge-
wenste wrde vorst, BZ 714).
Eigenschappen van de beschermingsmodus:
• Verwarmingsmodus Uit
• Temperatuur overeenkomstig "Ge-
wenste wrde vorst" (BZ 714)
• Eco-functies actief
Als de beschermingsmodus geactiveerd
is, verschijnt dit symbool op de display:
Aanvoertemp WP
43.2°C
Retourtemp WP
35.5°C
Buitentemp
16.8°C
SWW-temp 1
49.9°C
Systeem
Automatisch
Automatisch
In modus Automatisch wordt de kamer-
temperatuur geregeld volgens de gese-
lecteerde tijdsprogrammering.
Eigenschappen van modus Automatisch:
• Verwarmingsmodus volgens
tijdsprogrammering
• Gewenste wrde temperatuur volgens
verwarmingsprogramma "Gewenste
wrde comfort" (BZ 710) of "Gewenste
wrde gereduceerd" (BZ 712)
• Eco-functies actief
• Bedrijfsniveauschakeling via aanwe-
zigheidssleutel
Tip: veel van de geïntegreerde energie-
besparende functies zoals de zomer/win-
ter-overschakeling zijn actief wanneer de
modus Automatisch is geselecteerd.
Gereduceerd
In modus Gereduceerd wordt de ka-
mertemperatuur constant gehouden
op de ingestelde "Gewenste wrde gere-
duceerd" (BZ 712).
Eigenschappen van modus Gereduceerd:
• Verwarmingsmodus zonder tijdspro-
grammering
• Eco-functies actief
Comfort
In modus Comfort wordt de kamertempe-
ratuur constant gehouden op de ingestel-
de "Gewenste wrde comfort" (BZ 710).
Eigenschappen van modus Comfort:
• Verwarmingsmodus zonder tijdspro-
grammering
• Eco-functies zijn niet actief
3
Functie Verwarming/Koeling
Met de QAA74-kamereenheden en
de AVS74 gebruikersinterfaces (HMI)
kan de kamertemperatuur voor iedere
woonzone tijdelijk warmer of kouder
worden ingesteld.
De instelling heeft slechts een tijdelijk
effect. Er worden geen parameters
blijvend beïnvloed.
De functie activeren
De functie Verwarming/Koeling wordt
aan de temperatuurzijde van de eenhe-
den geactiveerd via de draai-drukknop.
Er zijn 3 instellingen beschikbaar:
Kouder: Start de koelfunctie
13:2 5
.........
Neutrale stand (bediening
volgens bedrijfsmodus)
Warmer: Start de verwarmingsfunctie
Functie Verwarming
Geactiveerd tijdens Comfort-fase
De gewenste waarde voor de kamer
wordt verhoogd met 1 K en ingesteld
op minstens 1 K boven de eigenlijke
waarde van de kamer, of de standaard-
waarde van de kamer.
Activering tijdens de Gereduceerd-fase
De gewenste waarde voor de kamer
wordt ingesteld op de Gewenste wrde
comfort en minstens 1 K boven de ei-
genlijke waarde van de kamer of de
standaardwaarde van de kamer.
Functie Koeling
De gewenste waarde voor de kamer
wordt verminderd met 1 K en ingesteld
op minstens 1 K onder de eigenlijke
waarde van de kamer, of de standaard-
waarde van de kamer.
Indien nodig, worden de ECO-functies
tijdelijk gedeactiveerd.
De functie beëindigen
De functie eindigt automatisch bij de
volgende
bedrijfsniveauschakeling
volgens de tijdsprogrammering of om
middernacht, maar ten vroegste na 2
uur (functietijd).
Beëindiging via tussenkomst van operator
De functie Verwarming/Koeling kan hand-
matig worden beëindigd door van de in-
stellingen "Warmen" of "Koeling" terug te
schakelen naar de neutrale stand "..... " .
Wanneer u de bedrijfsmodus handmatig
wijzigt, wordt de functie ook beëindigd.
13:2 5
Temperatuur
Zone 1
Bedrijfsmodus
Automatisch
Tijdelijk
Warmen
Gewenste comfortwaarde 20°C
Tijdsprogrammering
00
12
1
2
3
24
9 / NL