^
^
•
Configureer de volgende instellingen:
-
[Adres]: Voer het adres in van de LDAP-
server die u gebruikt.
Voorbeeld voor het invoeren van het
IPv4-adres:
192.0.2.100
Voorbeeld voor het invoeren van het
IPv6-adres:
2001:DB8:0:0:8:800:200C:417A
Voorbeeld voor het invoeren van de
servernaam:
voorbeeld.com
-
[Poort]: Voer het poortnummer in met
de numerieke toetsen.
-
[Aanmeldnaam voor zoeken]:
Specificeer een aanmeldnaam voor
zoeken voor toegang tot de
verificatieserver.
-
[Wachtwoord voor zoeken]: Specificeer
een wachtwoord voor zoeken voor
toegang tot de verificatieserver.
-
[Hoofdmap voor het zoeken]:
Specificeer een DN (Distinguished
Name) die de hoofdmap voor het
zoeken is voor de gebruiker op de
verificatieserver.
-
[Zoekbereik]: Specificeer een
zoekbereik voor toegang tot de
verificatieserver.
Wanneer u Kerberos-server (Primair/Secundair)
selecteert
^
^
•
Configureer de volgende instellingen:
-
[Realm]: Specificeer een realm-naam.
De realm is een netwerkgebied dat
wordt gebruikt voor de verificatie met
Kerberos-server.
46
-
[Aanmeldbestem.naam]: Specificeer
een domeinnaam die wordt
weergegeven in het scherm
[Aanmeldbestemmingsselectie]
wanneer u zich aanmeldt bij de
verificatieserver. Wanneer u de
domeinnaam leeg laat, wordt hier de
realm-naam weergegeven.
-
[Adres]: Voer een IP-adres (IPv4 of
IPv6) of een servernaam in.
-
[Poort]: Voer het poortnummer in met
de numerieke toetsen.
4
Nadat de vereiste onderdelen
werden ingesteld, raakt u [OK] aan
in het scherm [Verificatieservers].
Als de verwerking voltooid is, verschijnt het scherm
[Beheermenu].
^
^
•
Het scherm [Verwerkt] wordt
weergegeven terwijl serverinformatie
wordt verwijderd. Schakel het apparaat
niet uit met de hoofdschakelaar terwijl het
scherm [Verwerkt] wordt weergegeven.
Hierdoor zou er een storing in het
apparaat kunnen optreden.
^
^
•
Deze functie kan ook worden geconfigureerd
op de RISO Console. (Zie p.12)
De externe systeemlink
gebruiken
Met behulp van [Externe systeemlink] kunt u de
gebruikers verifiëren die accounts hebben op een
externe printserver (MPS-software) en afdruk- en
kopieertaken beheren of in rekening brengen.
De instelonderdelen variëren naargelang de
linkmethode van de externe printserver die u
gebruikt.
Voor meer informatie over elk instelonderdeel, zie
"Externe systeemlink" (p.23).
ComColor GL serie Beheerdershandleiding