7.12 VRC DCF-ontvanger aansluiten
> Monteer de VRC DCF-ontvanger volgens de bijgeleverde
montagehandleiding.
> Bedraad de VRC DCF-ontvanger conform (¬ afb. 7.12):
– links: bijgeleverde VRC DCF-ontvanger met geïnte-
greerde buitentemperatuurvoeler
– rechts: speciale oplossing met externe buitenvoeler
(optioneel toebehoren)
Een speciale oplossing met externe buitenvoeler VRC 693 is
vereist als bijv. alleen radio-ontvangst op een zonnige
installatieplaats voorhanden is (¬ Gebruiksaanwijzing en
installatiehandleiding VRC 693).
7.6
Absoluut noodzakelijk toebehoren
installeren
Hydraulisch schema 6
Voor hydraulisch schema 6 moet als dwingend noodzakelijk,
niet bijgeleverd toebehoren bijkomend aangesloten worden:
– Een maximaalthermostaat
> Monteer een maximaalthermostaat (¬ afb. 5.1, pos. 19).
> Sluit de maximaalthermostaat op de klemmen S-S aan
(¬ afb. 7.7, pos. 1).
Hydraulisch schema 8
Voor hydraulisch schema 8 moet als dwingend noodzakelijk,
niet bijgeleverd toebehoren bijkomend aangesloten worden:
– Omschakelventielen voor alle CV-circuits die van de koe-
ling uitgesloten moeten worden.
– Een externe (tweede) CV-pomp
– Een maximaalthermostaat
> Monteer telkens een afsluitventiel voor elk CV-circuit dat
van de koeling uitgesloten moet worden.
> Sluit alle afsluitventielen op klem SK2-P aan (¬ afb. 7.9,
pos. 4).
> Monteer een externe cv-pomp in het buffercircuit.
> Sluit de externe CV-pomp aan klem HK2-P aan (¬ afb. 7.9,
pos. 5).
Installatiehandleiding geoTHERM exclusiv 0020132506_00
Elektrische installatie
> Monteer een maximaalthermostaat (¬ afb. 5.2, pos. 19).
> Sluit de maximaalthermostaat op de klemmen S-S aan
(¬ afb. 7.7, pos. 1).
Zie ook voorbeelden hydraulisch schema (¬ afb. 5.1 en 5.2)
7.7
Optioneel toebehoren installeren
Gevaar!
e
Gevaar voor elektrische schok!
> Schakel de stroomvoorziening uit voor u
bijkomende toestellen via de eBUS aan
een printplaat aansluit.
> Controleer de spanningvrijheid.
Het volgende optionele toebehoren kunt u aansluiten:
– Tot zes mengmodules VR 60 voor de uitbreiding van de
CV-installatie om twaalf CV-circuits (af fabriek als men-
gercircuits vooringesteld).
– Tot zes afstandsbedieningstoestellen VR 90 voor de
regeling van de eerste zes CV-circuits.
– vrnetDIALOG 840/2 resp. 860/2
– Aansluiting telkens aan eBUS-klem (¬ afb. 7.9, pos. 11),
parallel geschakeld.
7.7.1
VR 90 installeren
Als u meerdere CV-circuits installeert, kunt u voor de eerste
zes telkens een eigen afstandsbedieningstoestel VR 90 aan-
sluiten. Het maakt de instelling van de modus en de
gewenste kamertemperatuur mogelijk en houdt eventueel
rekening met de kamertemperatuur met behulp van de
ingebouwde kamertemperatuurvoeler. Hiervoor moet in de
regelaar van de warmtepomp (¬ tab. 9.6, menu C5) of in
de VR 90 "Binnencompensatie" ingesteld worden.
U kunt telkens de parameters voor het bijbehorende CV-cir-
cuit (tijdprogramma, stooklijn etc.) instellen en bijzondere
functies (party etc.) selecteren.
Daarnaast kunnen gegevens over het CV-circuit worden
opgevraagd en kunnen onderhouds- of storingsmeldingen
worden weergegeven.
Voor de montage van het afstandsbedieningstoestel VR 90
zie de bijgeleverde ¬ montagehandleiding.
De afstandsbedieningen VR 90 communiceren via de eBus
met de CV-thermostaat. U kunt deze op een willekeurige
interface in het systeem aansluiten. U moet er alleen voor
zorgen dat de businterfaces verbonden zijn met de thermo-
staat van de warmtepomp.
7
49