De optelfunctie (∑)
De Σ functie voert optelbewerkingen uit in een vergelijking:
teller variabele
uitdrukking
De teller variabele neemt een serie waarden, beginnende met de startwaarde
en vermeerderend naargelang de stap grootte, tot ze voorbij de eindwaarde
komt. Voor iedere waarde van de teller wordt de algebraïsche uitdrukking
geëwaardeerd en de waarde aan de vorige toegevoegd. De Σ functie levert de
uiteindelijke optelling.
Bijvoorbeeld, als de vergelijking:
wordt opgelost voor REEKSEN, dan loopt de teller I van 1 tot 6 in stappen van
één; d.w.z., 1, 2, 3, 4, 5, 6. Voor iedere waarde I , wordt de uitdrukking
berekend en toegevoegd aan de som. Op die manier wordt de
opgeslagen waarde van X gebruikt voor de berekening van X + 2 X
4
5
6
4 X
+ 5 X
+ 6 X
.
De volgende vergelijking gebruikt een variabele als de eindwaarde, 0 als de
beginwaarde en de stap grootte is 2.
Als 8 wordt opgeslagen in LAST, dan neemt I de waarden aan van 0, 2, 4, 6 en
8. Dan zal de opgeslagen waarde van X de volgende berekening maken: 2X
4
6
8
4X
+ 6X
+ 8X
.
Toegang tot CFLO– en SUM–lijsten van de Oplosser
U kunteen Oplosser vergelijking gebruiken om andere berekeningen uit te
voeren dan die in de menu's CFLO en SUM met data opgeslagen in CFLO– en
SUM–lijsten. De volgende Oplosser functies geven toegang tot deze lijsten.
startwaarde
eind waarde
stap grootte
12: Vergelijkingsoplosser 175
algebraïsche
2
3
+ 3 X
+
2
+