3. Problemen met beeldkwaliteit oplossen
1.
Selecteer "Eigenschappen..." van de afbeelding.
2.
Klik op het tabblad "Kleur".
3.
Ga naar "Kleurmodus" en selecteer "Geavanceerde instellingen...".
4.
Als "CMYK/Grijswaarden" is ingesteld op "Kleuren UIT", verander dit dan naar de
juiste afbeeldingsbewerking.
5.
Als het probleem zich nog steeds voordoet nadat een juiste beeldverwerking is
geselecteerd, voer dan procedure 3 "beeldverwerking 2" uit.
Procedure 3: beeldverwerking 2
1.
Worden de afbeeldingen in één of twee kleuren afgedrukt?
Ja
Voer procedure 4 "de verwerkingssnelheid wijzigen" uit.
Ne
(driekleurenprinten of onbekend): selecteer in de instelling van het
e
printerstuurprogramma de tonerreductiemodus.
2.
Druk de afbeelding af en controleer de tonerfusering. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar!
Ne
Voer procedure 4 "de verwerkingssnelheid wijzigen" uit.
e
Procedure 4: de verwerkingssnelheid wijzigen
Hiermee wordt het afdrukken vertraagd, waardoor de toner meer tijd heeft om te hechten. Maar
hierdoor wordt de doorvoer beperkt.
Bijvoorbeeld als er op A4-/LT-papier wordt afgedrukt:
<Pro C5200S>
Als de verwerkingssnelheid wordt gewijzigd van [Hoog] naar [Midden]: 65 cpm
Als de verwerkingssnelheid wordt gewijzigd van [Midden] naar [Laag]: 50 cpm
<Pro C5210S>
Als de verwerkingssnelheid wordt gewijzigd van [Hoog] naar [Midden]: 80 cpm
cpm
Als de verwerkingssnelheid wordt gewijzigd van [Midden] naar [Laag]: 55,8 cpm
cpm
1.
Ga naar [Geavanceerde instell.] voor het aangepaste papier dat gebruikt wordt en
selecteer [Verwerkingssnelheid-instelling].
70
50 cpm
32 cpm
55,8
35,7