Projectorsysteeminstellingen
1
Druk op
of op
om de instellingenopties weer te geven.
Gebruik de navigatietoetsen en OK om
2
instellingen te selecteren en te wijzigen.
Invoerbronselectie
Ga naar Input Source (Invoerbron) om de
volgende instellingen te openen.
•
Selecteer en activeer een invoerbron
(HDMI1, HDMI2, VGA, AV) die overeenkomt
met een extern apparaat dat met de
projector is verbonden.
•
Selecteer Philips OS
(Philips-besturingssysteem) als er een
USB-opslagapparaat is verbonden of als er
geen ander extern apparaat is aangesloten.
Beeldopties
U kunt de beeldinstellingenopties openen,
zoals bijvoorbeeld:
•
Picture Adjustments (Beeldaanpassingen):
De waarden voor helderheid, contrast,
verzadiging en scherpte instellen.
•
White Balance (Witbalans): Selecteer een
optie voor de witbalans om kleuren onder
verschillende lichtomstandigheden het
beste weer te geven. Of configureer uw
eigen kleurenbalans tussen rood, groen en
blauw.
•
Picture Preset (Beeld-voorkeursinstelling):
Selecteer een vooraf gedefinieerde
kleur-helderheidsinstelling voor weergave
van foto's en video.
Geluidsopties
U kunt de volgende geluidsinstellingenopties
openen.
•
Surround Sound: Surround-soundeffect
in- of uitschakelen.
•
Sound Preset (Geluid-voorkeursinstelling):
Een vooringesteld geluidseffect selecteren.
Instellingen wijzigen
op de afstandsbediening
Geplande uitschakeling
Ga naar Sleep Timer (Slaaptimer) om een
tijd-optie te selecteren waarmee de projector
automatisch op een bepaalde tijd wordt
uitgeschakeld.
Andere opties
U kunt de volgende opties eveneens openen.
•
De softwareversie, de hardwareversie
en het serienummer van dit product
controleren.
•
Standaardinstellingen herstellen.
•
Software-update via een USB-apparaat (zie
Software bijwerken via USB, pagina 22).
21