174
Tip: De sneltoets voor het
opgeven en bewerken van
WAP-toegangspunten is Ctrl
+ Shift + X.
Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.
Figuur 64
3 Druk op Sluiten als u klaar bent.
Naam: De naam van de verbinding. Zorg ervoor dat al uw verbindingen een
unieke naam hebben. U kunt elke naam gebruiken die u wilt.
Beveiligde verbinding: Deze instelling bepaalt of het beveiligingsprotocol TLS wordt
gebruikt voor de verbinding. De opties zijn Ja/Nee. Volg de instructies van
uw WAP-aanbieder op. Zie ook de term 'TLS (Transport Layer Security)' op
pagina 312 in de woordenlijst.
Opmerking: Voor sommige beveiligde verbindingen worden
verificatieprocedures gebruikt. Als de verificatie mislukt, moet u
mogelijk enkele certificatiesleutels downloaden. Neem contact op
met de WAP-aanbieder voor meer informatie.
Internet-toegang: In de keuzelijst kunt u het Internet-toegangspunt kiezen dat u
voor deze verbinding wilt gebruiken. Als u nog geen Internet-
toegangspunten hebt, kunt u er een maken door te drukken op Nieuw
toegangspunt. Zie pagina 152.
IP-adres gateway: Het IP-adres van de vereiste WAP-gateway.