3 Kies vervolgens Van boven naar beneden of Van links naar rechts. Er verschijnt een
dialoogvenster.
4 Definieer de criteria voor het sorteren.
5 Druk op Sluiten om te sorteren.
Gegevens zoeken
1 Druk op de toets Menu en kies Bewerken > Zoeken. Er verschijnt een
dialoogvenster.
2 Voer in het veld Zoeken: de tekenreeks in waarnaar u wilt zoeken.
3 Druk op Zoeken om naar de tekenreeks te zoeken.
Druk op Opties als u het werkblad volgens bepaalde criteria wilt doorzoeken.
Druk op Vervangen als u de tekenreeks wilt vervangen door andere tekens.
Cellen wissen
1 Kies de cel of de cellen die u wilt wissen.
2 Druk op Wissen. Er verschijnt een lijst met keuzemogelijkheden.
3 Als u zowel de inhoud als de formaten van de cel of de cellen wilt wissen, kies
u Alle.
Als u alleen de inhoud van de cel of de cellen wilt wissen, kiest u Inhoud.
Als u alleen de formaten van de cel of de cellen wilt wissen, kiest u Formaten.
De kolombreedte of rijhoogte aanpassen
1 Selecteer de kolom(men) of rij(en).
2 Druk op de toets Menu en kies Opmaak > Kolombreedte of Rijhoogte.
3 Als u de kolombreedte wilt vergroten, drukt u zo vaak als nodig op > op de
navigatietoets. Als u de kolombreedte wilt verkleinen, drukt u op <.
Als u de rijhoogte wilt vergroten, drukt u zoveel keren als nodig op ∨ op de
navigatietoets. Als u de rijhoogte wilt verkleinen, drukt u op ∧.
Tip: Als u op Opties
drukt, zijn de volgende
opties beschikbaar: Zoeken in
waarden, Zoeken in formules,
Hoofdlettergevoelig, Alleen
hele cellen zoeken, Richting en
Zoeken op.
Copyright © 2000-2003 Nokia. All rights reserved.
225