Ga als volgt te werk om het schermmenu te openen en er aanpassingen in te maken:
Gebruik de knoppen aan de onderkant van het voorpaneel van de monitor.
●
– of –
Gebruik de controller op het achterpaneel van de monitor.
●
Ga als volgt te werk om het schermmenu te openen en er aanpassingen in te doen:
1.
Als de monitor nog niet is ingeschakeld, drukt u op de aan-uitknop om de monitor in te schakelen.
2.
Druk op de knop
3.
ebruik de vijf functieknoppen om te navigeren, opties te selecteren en de menukeuzes aan te passen. De
knoplabels op het scherm zijn afhankelijk van het menu of submenu dat actief is.
- of -
Beweeg de controller omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om te navigeren door het menu. Druk
op het midden van de controller om een selectie te maken.
De volgende tabel vermeldt de mogelijke menukeuzes in het hoofdmenu van het schermmenu. Deze bevat
beschrijvingen voor elke instelling en de effecten daarvan op het uiterlijk of de prestaties van de monitor.
Tabel 2-1
Schermmenu-opties en beschrijvingen voor het gebruik van een knop of een controller (alleen bepaalde
producten)
Hoofdmenu
Helderheid+
Kleur
Beeld
Ingangssignaal
PbP (Foto-naast-foto)
Energie
Menu
Beheer
Afsluiten
De functieknoppen van het schermmenu gebruiken
De functieknoppen bieden handige acties en u kunt ze, op één na, allemaal aanpassen om ze nog nuttiger te
maken.
OPMERKING:
20
Hoofdstuk 2 De monitor gebruiken
Menu
of, als u een controller gebruikt, op het midden van de controller.
Beschrijving
Hiermee past u de helderheid, de contrastniveaus, het dynamische contrast, het zwarte rekniveau en het
videoniveau aan.
Hiermee selecteert u de schermkleur en past u deze aan. Deze biedt ook een verscheidenheid
aan kleurvoorinstellingen waarmee de monitor kan worden geconfigureerd voor verschillende
weergavesituaties.
Hiermee past u het beeld op het scherm, waaronder de responstijd, scherpte, beeldschaling en de
instellingen voor HDMI-overscan, aan.
Hiermee selecteert u het video-invoersignaal en past u de bijbehorende instellingen aan.
Hiermee past u de PbP-instellingen aan (in- of uitschakelen en toewijzen van ingangen) en schakelt u de
bestandsoverdracht via HP Device Bridge in of uit.
Hiermee past u de energie-instellingen aan.
Hiermee past u de besturingselementen van het schermmenu aan, waaronder taal, positie, transparantie,
time-out, berichten en toewijsbare knoppen.
Hiermee geeft u informatie weer, past u de DDC/CI- en audio-instellingen aan en zet u alle instellingen van
het schermmenu naar de standaardinstellingen terug.
Sluit het schermmenu.
De acties van de functieknoppen zijn niet bij alle monitormodellen dezelfde.