2 | veiligheid
2.7 Veiligheidsinrichtingen
12
TA
SV
1
PELLETEENHEID UIT (uitschakeling van de pelleteenheid bij oververhitting)
r Op "Pelleteenheid uit" tikken
Ä Automatisch bedrijf wordt uitgeschakeld
Ä De besturing schakelt de ketel gecontroleerd uit
Ä De pompen blijven draaien
2
HOOFDSCHAKELAAR (uitschakeling van de voedingsspanning)
Voor werkzaamheden aan/in de ketel:
r Op de standby-toets drukken
Ä Automatisch bedrijf wordt uitgeschakeld
Ä De besturing schakelt de ketel gecontroleerd uit
r Hoofdschakelaar uitschakelen en ketel laten afkoelen
3
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER (STB) (bescherming bij oververhitting)
De STB schakelt de verwarming uit bij een keteltemperatuur van max. 105 °C. De pompen
blijven draaien. Zodra de temperatuur onder ca. 75°C is gedaald, kan de STB mechanisch
ontgrendeld worden.
TA
THERMISCHE PROCESBEVEILIGING (beveiliging bij oververhitting)
De thermische procesbeveiliging opent bij ca. 100°C een klep en voert koud water naar de
veiligheidswarmtewisselaar, om de keteltemperatuur te laten dalen
SV
VEILIGHEIDSVENTIEL (beveiliging bij oververhitting/overdruk)
Wanneer een keteldruk van max. 3 bar wordt bereikt, gaat het veiligheidsventiel open en
blaast het het verwarmingswater af in de vorm van damp.
1
B1500423_nl | Gebruikshandleiding Combiketel SP Dual compact
2
3