Vooraf geïnstalleerde stuurprogramma's opnieuw installeren
Attentie: Als u stuurprogramma's opnieuw installeert, wijzigt u de huidige configuratie van uw computer.
Installeer stuurprogramma's alleen opnieuw als dit noodzakelijk is om een probleem met de computer
op te lossen.
U installeert een stuurprogramma voor een vooraf geïnstalleerd apparaat als volgt:
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar C:\swtools.
3. Open de map Drivers en zoek de submap die is genoemd naar het tijdens fabricage geïnstalleerde
apparaat op uw computer, bijvoorbeeld AUDIO of VIDEO.
4. Open de map voor het apparaat.
5. Installeer het stuurprogramma opnieuw met een van de volgende methoden:
• Als de submap voor het apparaat een EXE-bestand bevat, dubbelklikt u op het EXE-bestand en volgt
u de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
• Als de submap voor het apparaat een leesmij-bestand (TXT) bevat, is de informatie van het
stuurprogramma opgenomen in het leesmij-bestand. Volg de instructies om de installatie te voltooien.
• Als de submap voor het apparaat een bestand INF-bestand bevat, klikt u op het INF-bestand en
selecteert u Installeren. Volg daarna de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Als u bijgewerkte stuurprogramma's nodig hebt voor uw computer, downloadt en installeert u deze vanaf de
Lenovo Support-website op:
http://www.lenovo.com/support
Problemen met herstelprocedures oplossen
Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt
u het volgende doen:
• Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie
'Noodherstelmedia maken en gebruiken' op pagina 116.
• U kunt de herstelschijven gebruiken als alle andere herstelmethoden mislukt zijn en u het SSD-station wilt
herstellen naar de fabrieksinstellingen. Zie 'Backup- en herstelbewerkingen uitvoeren' op pagina 114.
Opmerking: Als het u niet lukt om met behulp van een noodherstelmedium of een set herstelschijven
toegang te krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery of de Windows-omgeving, is het
noodherstelapparaat (een schijf, USB-vaste-schijfstation of andere externe apparaten) mogelijk niet
ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde. Controleer eerst of het herstelapparaat dat u
wilt gebruiken ingesteld is als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van Setup Utility. Raadpleeg
'Menu Startup' op pagina 89 voor gedetailleerde informatie over het tijdelijk of permanent wijzigen van de
opstartvolgorde van apparaten. Meer informatie over het programma Setup Utility vindt u in 'Het programma
ThinkPad Setup gebruiken' op pagina 74.
Het is belangrijk om zo snel mogelijk een noodherstelmedium en herstelmedia te maken en deze allemaal op
een veilige plaats op te bergen voor toekomstig gebruik.
Informatie over herstelprocedures voor het Windows
10-besturingssysteem
In dit onderwerp vindt u informatie over de Windows-hersteloplossingen voor het Windows
10-besturingssysteem.
118
Gebruikershandleiding ThinkPad X1 Carbon en ThinkPad X1 Yoga