Opmerking: Als u een supervisorwachtwoord moet invoeren, voert u het juiste wachtwoord in. U kunt
ook op Enter drukken om de wachtwoordvraag over te slaan en het ThinkPad Setup-programma te
starten. Als u het wachtwoord niet invoert kunt u de configuraties die door het supervisorwachtwoord
worden beschermd, niet wijzigen.
2. Selecteer een tabblad met de pijltoetsen of zoek met de pijltoetsen naar een item en druk op Enter om
dit te selecteren. Het ondersteunde submenu wordt nu weergegeven.
3. De standaardwaarden zijn vetgedrukt. U kunt als volgt de waarde van een item instellen:
• Druk op F6 om de waarde te verhogen.
• Druk op F5 om de waarde te verlagen.
4. Druk u op de Esc-knop om het submenu af te sluiten en terug te keren naar het hoofdmenu. Gebruik
vervolgens dezelfde, hiervoor genoemde methode om andere configuraties te wijzigen.
5. Zodra u klaar bent met de configuratie, drukt u op F10 om de instellingen op te slaan en af te sluiten. U
kunt ook het tabblad Restart in het menu ThinkPad Setup selecteren en uw computer via een van de
volgende opties opnieuw opstarten.
U kunt op F9 drukken om de standaardinstellingen te herstellen.
De opstartvolgorde wijzigen
In bepaalde gevallen moet u de opstartvolgorde wijzigen zodat de computer wordt opgestart vanaf het
gewenste apparaat als dit wordt gestart. Lees dit onderwerp voor meer informatie over hoe u de volgorde
voor het opstarten van de computer kunt wijzigen.
Attentie:
• Nadat u de opstartvolgorde hebt gewijzigd, moet u het juiste apparaat opgeven bij het maken van een
kopie, bij het opslaan van bestanden of bij het formatteren. Als u het verkeerde apparaat selecteert,
kunnen de gegevens op dat apparaat worden gewist of overschreven.
• Als u de Windows BitLocker Drive Encryption-functie gebruikt en uw computer heeft een Trusted Platform
Module, moet u de opstartvolgorde niet wijzigen. BitLocker Drive Encryption vergrendelt de computer
wanneer de wijziging van de opstartvolgorde wordt gedetecteerd.
Om de opstartvolgorde te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Open het programma ThinkPad Setup en selecteer Startup ➙ Boot. Druk vervolgens op Enter. De lijst
met de volgorde van apparaten wordt nu weergegeven.
2. Stel de gewenste opstartvolgorde in.
3. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw op te starten.
U kunt de opstartvolgorde tijdelijk wijzigen door het volgende te doen:
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan. Druk zodra het logoscherm verschijnt op de toets F12.
3. Selecteer het apparaat waarvan u de computer wilt opstarten. Druk vervolgens op Enter.
Opmerking: Het menu Boot wordt weergegeven als de computer niet kan worden opgestart vanaf een
apparaat of als het besturingssysteem niet kan worden gevonden.
De UEFI BIOS bijwerken
De UEFI BIOS is het eerste programma dat op de computer wordt uitgevoerd wanneer de computer aan
staat. Met het UEFI BIOS worden de hardware-onderdelen geïnitialiseerd en worden het besturingssysteem
en andere programma´s geladen.
.
Hoofdstuk 6
Geavanceerde configuratie
75