3.
Stel de papiergeleiders in totdat deze net tegen het papier aanliggen, maar zonder dat ze de
beweging daarvan hinderen.
4.
Kies met de alfanumerieke knoppen op het bedieningspaneel het nummer.
-of-
Indien het faxnummer dat u kiest, is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de bijbehorende
sneltoets.
-of-
Wanneer het faxnummer dat u belt, is ingevoerd als snelkiescode of groepskiescode, drukt u op
Menu Fax
alfanumerieke knoppen de snelkiescode of groepskiescode op en druk vervolgens op OK.
5.
Druk op
Faxen met handmatig kiezen
Gewoonlijk wordt het nummer gekozen nadat u op
het echter wenselijk zijn dat elk nummer direct wordt gekozen nadat u dit hebt ingevoerd. Als u
bijvoorbeeld uw faxverzending wilt laten afschrijven van een telefoonkaart, moet u het faxnummer
kiezen, wachten op de acceptatietoon van de telefoonmaatschappij en vervolgens het nummer van de
telefoonkaart kiezen. Wanneer u een internationaal nummer kiest, moet u misschien een deel van het
nummer bellen en wachten op kiestonen voordat u verder kunt kiezen.
Handmatig kiezen met de automatische documentinvoer (ADF)
1.
Laad het document in de automatische documentinvoer.
2.
Druk op
3.
Kies een nummer.
OPMERKING:
pauzes inlassen en wachten op kiestonen, internationale toegangstonen of acceptatietonen voor
uw telefoonkaart, voordat u de volgende cijfers kiest.
NLWW
en selecteert u met de pijlen Telefoonboek. Kies Item selecteren en geef met de
Fax starten
op het bedieningspaneel. De faxtaak wordt gestart.
Fax starten
op het bedieningspaneel.
het nummer wordt gekozen terwijl u de cijfers invoert. Op deze wijze kunt u
Fax starten
hebt gedrukt. In bepaalde gevallen kan
Fax gebruiken 135