Prioriteit van afdrukinstellingen
Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de
wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING:
programma dat u gebruikt.
●
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-
instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt.
Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
●
Dialoogvenster Afdrukken. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Afdrukken,
Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin
u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere
prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
●
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver). De printerdriver wordt geopend wanneer
u klikt op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken. Instellingen die in het dialoogvenster
Printereigenschappen worden gewijzigd, hebben geen prioriteit over instellingen die elders in het
programma zijn gekozen.
●
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
●
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
De instellingen van alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.
Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op
Afdrukken.
2.
Selecteer de driver en klik
vervolgens op Eigenschappen of
Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de
meeste voorkomende procedure.
NLWW
Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
De instellingen van alle afdruktaken
wijzigen
1.
Klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers
(Windows 2000) of Printers en
faxapparaten (Windows XP
Professional en Server 2003) of
Printers en andere
hardwareapparaten (Windows XP
Home).
Klik voor Windows Vista op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens op Printer.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
apparaat wijzigen
1.
Klik op Start, Instellingen en
vervolgens op Printers
(Windows 2000) of Printers en
faxapparaten (Windows XP
Professional en Server 2003) of
Printers en andere
hardwareapparaten (Windows XP
Home).
Klik voor Windows Vista op Start,
Configuratiescherm en
vervolgens op Printer.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de driver en
selecteer vervolgens
Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad
Apparaatinstellingen.
Prioriteit van afdrukinstellingen
33