Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van De Motor; Motorlawaai; Motorbeveiliging; Signaalaansluiting Resp. Sensoraansluiting (E1 = Analog In 1) - ZIEHL-ABEGG Acontrol PKE-6 Acontrol PKE-10 Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsinstructies Acontrol – Modelserie PKE-6 /-10 / PKE-14
5.4

Aansluiting van de motor

De motoraansluiting vindt plaats aan de klemmen U1 en U2. Er kunnen meerdere motoren aan het
toestel worden aangesloten.
Opgelet
De som van de max. regelstromen (aanduiding voor elektronische spanningsregeling) van alle
motoren mag de meetstroom van het toestel niet overschrijden.
Wanneer de max. regelstroom voor de elektronische spanningsregeling niet bekend is, moet een
toeslag van 20 % bij de motormeetstroom worden meegerekend.
Bij de regeling van motoren van andere fabrikanten moet de regelbaarheid en de max. stroom voor de
elektronische spanningsregeling bij de fabrikant worden opgevraagd.
Informatie
Er wordt aanbevolen iedere ventilator van een aparte motorveiligheid te voorzien.
Bij motoren met thermostaatschakelaars "TB" bijv. type S-ET10.
5.4.1

Motorlawaai

Bij de regeling van ventilatoren door middel van elektronische spanningsregelaars kunnen
(veroorzaakt door het systeem) motorgeluiden ontstaan (fasenaansnijding = typeseries " P..."), die als
storend worden ondervonden.
Bij snel lopende ventilatoren met hoog luchtgeluid is dit geluid relatief gering. Bij langzaam lopende
ventilatoren met gering luchtgeluid kan dit geluid door resonantieverschijnselen in het onderste
toerentalbereik dominant worden.
Wij adviseren bij geluidskritieke installaties de toepassing van onze frequentieomvormers met
geïntegreerd sinusfilter serie Fcontrol.
5.5

Motorbeveiliging

Opgelet!
Op dit toestel kunnen thermostaatschakelaars van motoren niet worden aangesloten. D.w.z. er is een
aparte motorbewaking nodig. Voor schade die ontstaat door ontbrekende motorveiligheid kunnen wij
in geen geval aansprakelijk worden gesteld. Wij adviseren om iedere ventilator van een aparte
motorveiligheid te voorzien, bij motoren met thermostaatschakelaars type S-ET10 (zien
aansluitschema) !
5.6

Signaalaansluiting resp. sensoraansluiting (E1 = Analog In 1)

Het apparaat beschikt over een analoge ingang: klemmen "E1" / "GND" (analoog In 1).
De aansluiting is afhankelijk van de geprogrammeerde modus en van het gebruikte sensorsignaal.
De interne stekkers moeten overeenkomstig het ingangssignaal in de juiste positie worden gebracht.
In de fabriek voor 0 - 10 V signaal.
Bij de aansluiting van passieve temperatuursensoren TF.. (KTY81-210) hoeft niet op de polariteit
te worden gelet.
Bij de aansluiting van actieve sensoren moet op de juiste polariteit worden gelet, een
spanningsvoorziening met 24 V DC is geïntegreerd.
Bij sensoren in tweegeleidertechniek (4 - 20 mA signaal) vindt de aansluiting aan de klemmen
"+24 V" en "E1"plaats, de "GND" aansluiting vervalt.
Via DIP 4 is bij werking als toerentalinsteller
|
DIP 4 =
|
DIP 4 =
Opgelet!
Nooit de netspanning aan de signaalingang aanleggen!
L-BAL-E042-NL 1918 Index 007
|
OFF
(fabrieksinstelling) voor signalen: 0 - 10 V, 2 - 10 V, 0 - 20 mA, 4 - 20 mA
|
ON
voor signalen: 10 - 0 V, 10 - 2 V, 20 - 0 mA, 20 - 4 mA
Art.-nr. 00163314-NL
1.01
een omkering van de ingang mogelijk.
10/28
Elektrische installatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Acontrol pke-14

Inhoudsopgave