Ingebruikneming – instelling
Werkbereik controleren:
draaien code 1
indrukken; codecijfer 1 en
knipperen.
draaien totdat de druk in de positioner
opgebouwd is en het regelventiel ter con-
trole van het klepslag-/draaihoekbereik
naar de eindposities beweegt.
De draaihoek van de hefboom wordt
aan de achterkant van de positioner
weergegeven. Horizontale hefboom
(centrale positie) komt overeen met 0°.
Voor het feilloos functioneren van de
positioner mogen de uiterste staafdiagra-
melementen bij het doorlopen van het
werkbereik niet knipperen.
Code 1 kan door het indrukken van de
draai-/drukknop (
Het toegestane bereik is overschreden
indien de weergegeven hoek meer dan
30° bedraagt en het uiterste rechter of
linker staafdiagramelement knippert. De
positioner gaat naar de veilige positie
(SAFE).
Na opheffing van de veilige positie (SA-
FE) – zie hoofdstuk 8.2.2 – moet abso-
luut gecontroleerd worden of hefboom
en stiftpositie aan de opgaven zoals in
hoofdstuk 4 beantwoorden.
66
Gewenste handmatige waar-
de w (de actuele draaihoek
wordt weergegeven)
-symbool
) verlaten worden.
WAARSCHUWING
!
Verwondingen door in-/uitgaande aan-
drijfstang!
Positioner vóór vervanging van de hefboom
of wijziging van de stiftpositie scheiden van
aanvoerlucht en elektrische hulpenergie!
7.6 Initialisatie
KENNISGEVING
!
Storing in het procesverloop door niet toege-
staan bewegen van de aandrijfstang!
Initialisatie niet uitvoeren terwijl een proces
bezig is, maar enkel tijdens de ingebruikne-
mingsfase terwijl de blokkeerventielen geslo-
ten zijn!
Beschadiging van het regelventiel door over-
schrijden van de maximaal toegestane regel-
druk! Vóór de start van het initialisatieproces
de maximaal toegestane regeldruk van het
regelventiel controleren! Eventueel de regel-
druk begrenzen door middel van een ervoor
geschakelde drukverlager!
Storing door veranderde montage- of in-
bouwsituatie!
De positioner resetten op de basisinstelling en
opnieuw initialiseren indien hij aan een ande-
re aandrijving gemonteerd wordt of als zijn
inbouwsituatie gewijzigd werd!
Bij de initialisatie past de positioner zich opti-
maal aan de wrijvingsverhoudingen en de
regeldrukbehoefte van het regelventiel aan.
Wijze en omvang van de automatische veref-
fening worden door de ingestelde initialisa-
tiemodus bepaald:
EB 8384-2 NL