3. Voer visuele controles uit
Controleer de takel visueel om te kijken of er geen olie van de takel of andere apparatuur
lekt.
4. Controleer de werking van de noodstopknop
Controleer of de noodstopknop kan worden ingedrukt en in die positie blijft staan.
Gebruik het product nooit als dit is vergrendeld of verzegeld.
LET OP
5. Controleer de ketting
• Controleer de ketting visueel op enige vervormingen, schade of verdraaiingen.
• Controleer de ketting op reinheid en juiste smering. Zie hoofdstuk Smering voor
aanwijzingen voor smering.
6. Controleer de haak
• Inspecteer de haak op deuken, groeven en draaiingen. Controleer de haakbek van de
haak op vervorming. Inspecteer de haak ook op slijtage aan het zadel of het dragende
punt.
• Controleer of de haak vrij draait.
7. Controleer waarschuwingstekens
Controleer of alle waarschuwingstekens op hun plaats zitten. Controleer of de
waarschuwingstekens zich in goede staat bevinden en gemakkelijk kunnen worden gelezen.
6.3.2
Controleren van de werking met ingedrukte noodstopknop
WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ONGECONTROLEERDE BEWEGINGEN
Als de noodstopknop defect is, kan het product tijdens de volgende controles
plotseling gaan bewegen. Onverwachte bewegingen tijdens controles kunnen ernstig
letsel of de dood veroorzaken.
Sta niet in de gevarenzone.
1. Schakel de hoofdschakelaar in.
Het product wordt operationeel (geactiveerd).
2. Controleer met ingedrukte noodstopknop of de apparatuur niet beweegt als u op de
drukknoppen voor de richting drukt.
Als de apparatuur niet beweegt, verifieert deze dat de noodstopknop juist werkt.
3. Controleer of alle drukknoppen, joysticks en scheidingsschakelaars op de bediening soepel
werken.
6.3.3
Controleren van de werking met ingeschakelde bediening
Voer vóór iedere ploegendienst de volgende controles uit. De controles moeten worden
uitgevoerd met vrijgegeven noodstopknop en ingeschakelde stroomtoevoer naar de
kettingtakel.
WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ONGECONTROLEERDE BEWEGINGEN
Het loslaten van de noodstopknop en het gebruik van het product als het onveilig is,
kan ernstig letsel of de dood veroorzaken.
Geef de noodstopknop nooit vrij en gebruik het product niet voordat u er zeker van bent
dat dit veilig is.
1. Controleer de waarschuwingsapparaten
Controleer voordat u het product in gebruik neemt of alle waarschuwingsapparaten juist
werken. Controleer de indicatielampjes, leds, schermen, gongs, bellen, alarmhoorns,
alarmsirenes, en zwaailichten.
2. Stel de bediening in
Dit document en de daarin vervatte informatie is het exclusieve eigendom van Verlinde S.A.S. en vertegenwoordigt een
niet-openbaar, vertrouwelijk en onder het eigendomsrecht vallend handelsgeheim dat niet mag worden
gereproduceerd, onthuld aan derden, gewijzigd of anderszins worden gebruikt zonder de nadrukkelijke schriftelijke
toestemming van Verlinde S.A.S. Copyright 2020 © Verlinde S.A.S. Alle rechten voorbehouden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
5/2020