Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mechanische Hulpontgrendeling; Elektrische Hulpontgrendeling-E (Voor -St2); Hoofdvoeding; Hulpvoeding Toestand Van Het Systeem - schmersal AZM400 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
Minimumafstand tussen twee veiligheidsvergrendelingen
of andere systemen met dezelfde frequentie (125 kHz): 30 mm.
30 mm

3.2 Mechanische hulpontgrendeling

Voor het opstellen van de machine kan de veiligheidsvergrendeling
spanningsloos ontgrendeld worden. Door de driekant van de
hulpontgrendeling met behulp van de driekantsleutel in positie
draaien, wordt de veiligheidsvergrendeling ontgrendeld.
De normale functie wordt pas hersteld nadat de hulpontgrendeling terug
in haar uitgangspositie P gedraaid is.
Driekantsleutel, 101100887, als toebehoren verkrijgbaar.
Constructief kan na het terugdraaien van de
hulpontgrendeling een nog actieve hulpontgrendeling door
de LED weergegeven worden (de drie LED knipperen). Deze
worden gereset door een hernieuwde aansturing via de
stuuringangen.
Hulpontgrendeling niet over de aanslag heen draaien!
Na de inwerkingstelling moet de hulpontgrendeling met het
meegeleverde deksel dichtgeschroefd en vervolgens met het
bijbehorende zegel verzegeld worden. Het max. aandraaimoment van
de dekselschroef bedraagt 0,55 Nm.
Positie vergrendeld

3.3 Elektrische hulpontgrendeling-E (voor -ST2)

De elektrische hulpontgrendeling kan door een extra hulpspanning
gerealiseerd worden. Hiervoor is de hulpspanningsingang H1
beschikbaar.
De AZM400 mag uitsluitend met de hulpspanning ingeschakeld
worden, opdat de vergrendelbout onafhankelijk van de stuuringangen
terugkeert.
Daarna zijn geen verdere acties mogelijk, de veiligheids- en diagnose-
uitgangen blijven uitgeschakeld.
30 mm
te
Q
Positie ontgrendeld
Systeemtoestand (uitsluitend geldig tijdens de initialiseringsfase):

Hoofdvoeding

Hulpvoeding Toestand van het systeem

0
0
24 V
0
0
24 V
24 V
24 V
De bekabeling en de aansturing van de elektrische
hulpontgrendeling moet aan een veiligheidstechnische validatie
onderworpen worden. Na het uitschakelen van de hoofdspanning
worden dwarssluitingen van de hulpvoedingsingangen van
andere spanningsbronnen niet herkend.

3.4 Paniekontgrendeling -T

Paniekontgrendeling voor montage binnen de gevarenzone
Draai de rode hendel in de richting van de pijl tot aan de aanslag voor
een paniekontgrendeling. De grendel wordt door de kracht van de veer
in ontgrendelde positie gebracht, zodat de veiligheidsdeur in deze
positie geopend kan worden en de veiligheidsuitgangen uitgeschakeld
worden. In ontgrendelde positie is de beschermvoorziening beveiligd
tegen onbedoelde blokkering.
Niet over de aanslag heen draaien!
Positie vergrendeld
Om een correcte werking van de paniekontgrendeling
-T te kunnen garanderen mag de veiligheidsdeur zich
niet in een mechanisch geklemde toestand bevinden.

3.5 Montage met de montageset

Voor 40 mm aluminium profielen kan de optionele montageset
MS-AZM400 gebruikt worden. Deze bestaat uit twee montageplaten
inclusief vier schroeven en vier moeren.
NL
AZM400
Vergrendelbout blijft in positie
(veiligheidsuitgangen uitgeschakeld)
afhankelijk van de stuuringangen
Vergrendelbout beweegt
automatisch terug (ontgrendelen)
Vergrendelbout blijft in positie
(storing)
Positie ontgrendeld
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave