Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
5 Ga met de lift naar de cliënt en zorg ervoor dat:
• Het portier van de auto volledig open is.
• De tilarm van de lift ruimte heeft vanaf het frame van
het autoportier.
• Het tiljuk naar de cliënt toe wijst, met het brede gedeelte
op of net onder schouderhoogte. Het moet dichtbij
genoeg zijn om de beenclips van de tilband aan het
tiljuk te kunnen bevestigen. (Zie afb. 2)
• De remmen van de lift worden toegepast.
6 Maak de beenclips vast, kantel daarna het tiljuk en bevestig
de schouderclips. Zorg dat alle clips goed vastzitten.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de cliënt valt, moet u erop
letten dat de tilbandclips vóór en tijdens het tillen
van de cliënt goed vastzitten.
7 Breng de cliënt omhoog met behulp van de
afstandsbediening, breng hem/haar in een comfortabele half
achterover gekantelde positie voor de transfer. De cliënt
dient niet boven ooghoogte van de zorgverlener te worden
getild.
LET OP: Het wordt aanbevolen de transfer van een
cliënt vanuit de stoel van de voorpassagier in de auto
uit te voeren.
8 Draai de cliënt naar de zorgverlener toe en zorg dat de
benen/voeten van de cliënt tijdens het draaien niet klem
komen te zitten. Houd de cliënt ter hoogte van de autostoel
en probeer schommelen te voorkomen, zodat de cliënt zich
comfortabel voelt. Ontgrendel de remmen van de lift.
(Zie afb. 3)
WAARSCHUWING
Om verwonding van de cliënt te voorkomen,
mag u het portierframe niet met de lift raken
wanneer u de cliënt uit de auto helpt.
9 Ga door met de transfer.
10 Breng de cliënt omlaag op een rolstoel door kleine
wijzigingen aan te brengen om het omlaagbrengen
mogelijk te maken. (Zie Afb. 4)
11 Wanneer het gewicht van de cliënt volledig wordt
ondersteund, maakt u de bevestigingsclips los.
12 Haal de lift weg bij de cliënt.
13 Verwijder de tilband vanonder de cliënt.
25